H7225 רֵאשִׁית
eerstelingen, beginne

Bijbelteksten

Nehemia 10:37En dat wij de eerstelingen onzes deegs, en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, in de kameren van het huis onzes Gods, en de tienden onzes lands tot de Levieten; en dat dezelfde Levieten de tienden zouden hebben in alle steden onzer landbouwerij;
Nehemia 12:44Ook werden ten zelfden dage mannen gesteld over de kameren, tot de schatten, tot de hefofferen, tot de eerstelingen en tot de tienden, om daarin uit de akkers der steden te verzamelen de delen der wet, voor de priesteren en voor de Levieten; want Juda was vrolijk over de priesteren en over de Levieten, die daar stonden.
Job 8:7Uw beginsel zal wel gering zijn, maar uw laatste zal zeer vermeerderd worden.
Job 40:14Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft, heeft [hem] zijn zwaard aangehecht.
Job 42:12En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.
Psalm 78:51En Hij sloeg al het eerstgeborene in Egypte, het beginsel der krachten in de tenten van Cham.
Psalm 105:36Hij versloeg ook alle eerstgeborenen in hun land, de eerstelingen al hunner krachten.
Psalm 111:10[Resch.] De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; [Schin.] allen, die ze doen, hebben goed verstand; [Thau.] Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Spreuken 1:7De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht.
Spreuken 3:9Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;
Spreuken 4:7De wijsheid is het voornaamste; verkrijg [dan] wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.
Spreuken 8:22De HEERE bezat Mij [in het] beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan.
Spreuken 17:14Het begin des krakeels is [gelijk] een, die het water opening geeft; daarom verlaat den twist, eer hij zich vermengt.
Prediker 7:8Het einde van een ding is beter dan zijn begin; de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige.
Jesaja 46:10Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.
Jeremia 2:3Israel was den HEERE een heiligheid, de eerstelingen Zijner inkomste; allen, die hem opaten, werden voor schuldig gehouden; kwaad kwam hun over, spreekt de HEERE.
Jeremia 26:1In het begin des koninkrijks van Jojakim, den zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord van den HEERE, zeggende:
Jeremia 27:1In het begin des koninkrijks van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord tot Jeremia van den HEERE, zeggende:
Jeremia 28:1Voorts geschiedde het in hetzelfde jaar, in het begin des koninkrijks van Zedekia, koning van Juda, in het vierde jaar, in de vijfde maand, [dat] Hananja, zoon van Azur, de profeet, die van Gibeon was, tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor de ogen der priesteren en des gansen volks, zeggende:
Jeremia 49:34Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen Elam, in het begin des koninkrijks van Zedekia, den koning van Juda, zeggende:

Mede mogelijk dankzij

Hadderech