H7336 רָזַן
ruler, prince

Bijbelteksten

Richteren 5:3Hoort, gij koningen, neemt ter oren, gij vorsten! Ik, den HEERE zal ik zingen, ik zal den HEERE, den God Israels, psalmzingen.
Psalm 2:2De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]:
Spreuken 8:15Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid.
Spreuken 31:4Het komt den koningen niet toe, o Lemuel! het komt den koningen niet toe wijn te drinken, en den prinsen, sterken drank te begeren;
Jesaja 40:23Die de vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid.
Habakuk 1:10En hij zal de koningen beschimpen, en de prinsen zullen hem een belaching zijn; hij zal alle vesting belachen; want hij zal stof vergaderen, en hij zal ze innemen.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken