Richteren 5:3 | Hoort, gij koningen, neemt ter oren, gij vorsten! Ik, den HEERE zal ik zingen, ik zal den HEERE, den God Israels, psalmzingen. |
Psalm 2:2 | De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: |
Spreuken 8:15 | Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid. |
Spreuken 31:4 | Het komt den koningen niet toe, o Lemuel! het komt den koningen niet toe wijn te drinken, en den prinsen, sterken drank te begeren; |
Jesaja 40:23 | Die de vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid. |
Habakuk 1:10 | En hij zal de koningen beschimpen, en de prinsen zullen hem een belaching zijn; hij zal alle vesting belachen; want hij zal stof vergaderen, en hij zal ze innemen. |