H7423 רְמִיָּה
slothful, deceit, false, , deceitfully, deceitful

Bijbelteksten

Job 13:7Zult gij voor God onrecht spreken, en zult gij voor Hem bedriegerij spreken?
Job 27:4Indien mijn lippen onrecht zullen spreken, en indien mijn tong bedrog zal uitspreken!
Psalm 32:2Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
Psalm 52:4Uw tong denkt enkel schade als een geslepen scheermes, werkende bedrog.
Psalm 78:57En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk, gelijk hun vaders; zij zijn omgekeerd, als een bedriegelijke boog.
Psalm 101:7Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
Psalm 120:2O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong.
Psalm 120:3Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen?
Spreuken 10:4Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk.
Spreuken 12:24De hand der vlijtigen zal heersen; maar de bedriegers zullen onder cijns wezen.
Spreuken 12:27Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Spreuken 19:15Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel zal hongeren.
Jeremia 48:10Vervloekt zij, die des HEEREN werk bedriegelijk doet; ja, vervloekt zij, die zijn zwaard van het bloed onthoudt!
Hosea 7:16Zij keren zich, [maar] niet [tot] den Allerhoogste, zij zijn als een bedrieglijke boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap hunner tong; dat is hunlieder bespotting in Egypteland.
Micha 6:12Dewijl haar rijke lieden vol zijn van geweld, en haar inwoners leugen spreken, en haar tong bedriegelijk is in haar mond;

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken