1 Kronieken 15:29 | Het geschiedde nu, toen de ark des verbonds des HEEREN tot aan de stad Davids gekomen was, dat Michal, de dochter van Saul, door een venster keek, en den koning David zag, springende en spelende; zo verachtte zij hem in haar hart. |
Job 21:11 | Hun jonge kinderen zenden zij uit als een kudde, en hun kinderen huppelen. |
Psalm 29:6 | En Hij doet ze huppelen als een kalf, den Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn. |
Psalm 114:4 | De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. |
Psalm 114:6 | Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren? |
Prediker 3:4 | Een tijd om te wenen, en een tijd om te lachen; een tijd om te kermen, en een tijd om op te springen; |
Jesaja 13:21 | Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen. |
Joel 2:5 | Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde gesteld is. |
Nahum 3:2 | Er is het geklap der zweep, en het geluid van het bulderen der raderen; en de paarden stampen, en de wagens springen op. |