Aantekeningen bij de Bijbel:

H7581 שְׁאָגָה

roaring

Job 3:24	Want voor mijn brood komt mijn zuchting; en mijn brullingen worden uitgestort als water.
Job 4:10	De brulling des leeuws, en de stem des fellen leeuws, en de tanden der jonge leeuwen worden verbroken.
Psalm 22:2	Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, [van] de woorden mijns brullens?
Psalm 32:3	Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.
Jesaja 5:29	Hun gebrul zal zijn als van een ouden leeuw, en zij zullen brullen als de jonge leeuwen, en zij zullen briesen, en den roof aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen verlosser zijn.
Ezechiel 19:7	Hij bekende zijn weduwen, en hij verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd van de stem zijner brulling.
Zacharia 11:3	Er is een stem des gehuils der herderen, dewijl hun heerlijkheid verwoest is; een stem des gebruls der jonge leeuwen, dewijl de hoogmoed van de Jordaan verwoest is.