1 Koningen 7:19 | En de kapitelen, dewelke waren op het hoofd der pilaren, waren van leliewerk in het voorhuis, van vier ellen. |
1 Koningen 7:22 | En op het hoofd der pilaren was het leliewerk; alzo werd het werk der pilaren volmaakt. |
1 Koningen 7:26 | Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers [of] ener leliebloem; zij hield twee duizend bath. |
2 Kronieken 4:5 | Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers [of] ener leliebloem, bevattende [vele] bathen; zij hield drie duizend. |
Psalm 45:1 | Een onderwijzing, een lied der liefde, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach, op Schoschannim. |
Psalm 69:1 | [Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. |
Hooglied 2:1 | Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen. |
Hooglied 2:2 | Gelijk een lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren. |
Hooglied 2:16 | Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt onder de lelien, |
Hooglied 4:5 | Uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de lelien weiden. |
Hooglied 5:13 | Zijn wangen zijn als een bed van specerijen, [als] welriekende torentjes; Zijn lippen zijn [als] lelien, druppende van vloeiende mirre. |
Hooglied 6:2 | Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof, tot de specerijbedden, om te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen. |
Hooglied 6:3 | Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de lelien weidt. |
Hooglied 7:2 | Uw navel is [als] een ronde beker, dien geen drank ontbreekt; uw buik is [als] een hoop tarwe, rondom bezet met lelien. |
Hosea 14:6 | Ik zal Israël zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon. |