Psalm 38:21 | En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag. |
Psalm 71:13 | Laat hen beschaamd worden, laat hen verteerd worden, die mijn ziel tegen zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden, die mijn kwaad zoeken. |
Psalm 109:4 | Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was [steeds in het] gebed. |
Psalm 109:20 | Dit zij het werkloon mijner tegenstanders van den HEERE, en dergenen, die kwaad spreken tegen mijn ziel. |
Psalm 109:29 | Laat mijn tegenstanders met schande bekleed worden, en dat zij met hun beschaamdheid zich bedekken, als met een mantel. |
Zacharia 3:1 | Daarna toonde Hij mij Josua, den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel des HEEREN; en de satan stond aan zijn rechterhand, om hem te wederstaan. |