Richteren 9:46 | Als alle burgers des torens van Sichem dat hoorden, zo gingen zij in de sterkte, in het huis van den god Berith. |
Richteren 9:47 | En het werd Abimelech aangezegd, dat alle burgeren des torens van Sichem zich verzameld hadden. |
Richteren 9:49 | Zo hieuw ook al het volk een iegelijk zijn tak af, en zij volgden Abimelech na, en legden ze aan de sterkte, en verbrandden daardoor de sterkte met vuur; dat ook alle lieden des torens van Sichem stierven, omtrent duizend mannen en vrouwen. |
Richteren 9:57 | Desgelijks al het kwaad der lieden van Sichem deed God wederkeren op hun hoofd; en de vloek van Jotham, den zoon van Jerubbaal, kwam over hen. |
Richteren 21:19 | Toen zeiden zij: Ziet, er is een feest des HEEREN te Silo, van jaar tot jaar, dat [gehouden wordt] tegen het noorden van het huis Gods, tegen den opgang der zon, aan den hogen weg, die opgaat van het huis Gods naar Sichem, en tegen het zuiden van Lebona. |
1 Koningen 12:1 | En Rehabeam toog naar Sichem, want het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te maken. |
1 Koningen 12:25 | Jerobeam nu bouwde Sichem op het gebergte van Efraim, en woonde daarin, en toog van daar uit, en bouwde Penuel. |
1 Kronieken 6:67 | Want zij gaven hun van de vrijsteden, Sichem en haar voorsteden op het gebergte van Efraim, en Gezer en haar voorsteden, |
1 Kronieken 7:28 | En hun bezitting en hun woning was Beth-el, en haar onderhorige plaatsen; en tegen het oosten Naaran, en tegen het westen Gezer en haar onderhorige plaatsen; en Sichem en haar onderhorige plaatsen, tot Gaza toe, en haar onderhorige plaatsen. |
2 Kronieken 10:1 | En Rehabeam toog naar Sichem; want het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te maken. |
Psalm 60:8 | God heeft gesproken in Zijn heiligdom; [dies] zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten. |
Psalm 108:8 | God heeft gesproken in Zijn heiligdom, [dies] zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten. |
Jeremia 41:5 | Zo kwamen er lieden van Sichem, van Silo, en van Samaria, tachtig man, hebbende den baard afgeschoren, en de klederen gescheurd, en zichzelven gesneden; en spijsoffer en wierook waren in hun hand, om ten huize des HEEREN te brengen. |
Hosea 6:9 | Gelijk de benden der straatschenders op iemand wachten, [alzo] is het gezelschap der priesteren; zij moorden [op] den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke daden. |