H7965 שָׁלוֹם
vrede

Bijbelteksten

Esther 2:11Mordechai nu wandelde allen dag voor het voorhof van het huis der vrouwen, om te vernemen naar den welstand van Esther, en wat met haar geschieden zou.
Esther 9:30En hij zond de brieven aan al de Joden, in de honderd zeven en twintig landschappen van het koninkrijk van Ahasveros, met woorden van vrede en trouw;
Esther 10:3Want de Jood Mordechai was de tweede bij den koning Ahasveros, en groot bij de Joden, en aangenaam bij de menigte zijner broederen, zoekende het beste voor zijn volk, en sprekende voor den welstand van zijn ganse zaad.
Job 5:24En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen.
Job 15:21Het geluid der verschrikkingen is in zijn oren; in den vrede zelven komt de verwoester hem over.
Job 21:9Hun huizen hebben vrede zonder vreze, en de roede Gods is op hen niet.
Job 25:2Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
Psalm 4:9Ik zal in vrede te zamen nederliggen en slapen; want Gij, o HEERE! alleen zult mij doen zeker wonen.
Psalm 28:3Trek mij niet weg met de goddelozen, en met de werkers der ongerechtigheid, die van vrede spreken met hun naasten, maar kwaad is in hun hart.
Psalm 29:11De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede.
Psalm 34:15[Samech.] Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na.
Psalm 35:20Want zij spreken niet van vrede, maar zij bedenken bedriegelijke zaken tegen de stillen in het land.
Psalm 35:27Laat hen vrolijk zingen en verblijd zijn, die lust hebben tot mijn gerechtigheid; en laat hen geduriglijk zeggen: Groot gemaakt zij de HEERE, Die lust heeft tot den vrede Zijns knechts!
Psalm 37:11De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.
Psalm 37:37[Schin.] Let op den vrome, en zie naar den oprechte; want het einde van [dien] man zal vrede zijn.
Psalm 38:4Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde.
Psalm 41:10Zelfs de man mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grotelijks verheven.
Psalm 55:19Hij heeft mijn ziel in vrede verlost van den strijd tegen mij; want met menigte zijn zij tegen mij geweest.
Psalm 55:21Hij slaat zijn handen aan degenen, die vrede met Hem hadden; hij ontheiligt Zijn verbond.
Psalm 69:23Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot een valstrik.

Mede mogelijk dankzij