H8147 שְׁנַיִם
both, two, twelve +, twelfth +,
Numeri 29:17 | Daarna op den tweeden dag: twaalf jonge varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:20 | En op den dertienden dag: elf varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:23 | Verder op den vierden dag: tien varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:26 | En op den vijfden dag: negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:29 | Daarna op den zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:32 | En op den zevenden dag: zeven varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 31:5 | Alzo werden geleverd uit de duizenden van Israël, duizend van elken stam, twaalf duizend toegerusten ten strijde. |
Numeri 31:33 | En twee en zeventig duizend runderen; |
Numeri 31:35 | En der mensen zielen, uit de vrouwen, die geen bijligging des mans bekend hadden, alle zielen waren twee en dertig duizend. |
Numeri 31:38 | En de runderen waren zes en dertig duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en zeventig. |
Numeri 31:40 | En der mensen zielen waren zestien duizend, en hun schatting voor den HEERE twee en dertig zielen. |
Numeri 33:9 | En zij verreisden van Mara, en kwamen te Elim; in Elim nu waren twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen, en zij legerden zich aldaar. |
Numeri 34:15 | Twee stammen en een halve stam hebben hun erfenis ontvangen aan deze zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts tegen den opgang. |
Numeri 35:6 | De steden nu, die gij aan de Levieten zult geven, zullen zijn zes vrijsteden, die gij geven zult, opdat de doodslager daarheen vliede; en boven dezelve zult gij [hun] twee en veertig steden geven. |
Deuteronomium 1:23 | Deze zaak nu was goed in mijn ogen; zo nam ik uit u twaalf mannen, van elken stam een man. |
Deuteronomium 3:8 | Zo namen wij te dier tijd het land uit de hand van de twee koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, van de beek Arnon tot den berg Hermon toe; |
Deuteronomium 3:21 | Ook gebood ik Jozua ter zelfder tijd, zeggende: Uw ogen zien alles, wat de HEERE, ulieder God, aan deze twee koningen gedaan heeft; alzo zal de HEERE aan alle koninkrijken doen, naar welke gij henen doortrekt. |
Deuteronomium 4:13 | Toen verkondigde Hij u Zijn verbond, dat Hij u gebood te doen, de tien woorden, en schreef ze op twee stenen tafelen. |
Deuteronomium 4:47 | En zijn land in bezitting genomen hadden; daartoe het land van Og, koning van Bazan; twee koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen den opgang der zon; |
Deuteronomium 5:22 | Deze woorden sprak de HEERE tot uw ganse gemeente, op den berg, uit het midden des vuurs, der wolk en der donkerheid, met een grote stem, en deed daar niets toe; en Hij schreef ze op twee stenen tafelen, en gaf ze mij. |