Jeremia 11:20 | Maar, o HEERE der heirscharen, Gij rechtvaardige Rechter, Die de nieren en het hart proeft! laat mij Uw wraak van hen zien; want aan U heb ik mijn twistzaak ontdekt. |
Jeremia 25:31 | Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven, spreekt de HEERE. |
Klaagliederen 3:59 | [Resch.] Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, oordeel mijn rechtzaak. |
Ezechiel 7:3 | Nu is het einde over u; want Ik zal Mijn toorn tegen u zenden, en Ik zal u richten naar uw wegen, en Ik zal op u brengen al uw gruwelen. |
Ezechiel 7:8 | Nu zal Ik in kort Mijn grimmigheid over u uitgieten, en Mijn toorn tegen u volbrengen, en u richten naar uw wegen, en zal op u brengen al uw gruwelen. |
Ezechiel 7:27 | De koning zal rouw bedrijven, en de vorsten zullen met verwoesting bekleed zijn, en de handen van het volk des lands zullen beroerd zijn; Ik zal hun doen naar hun weg, en met hun rechten zal Ik ze richten; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben. |
Ezechiel 11:10 | Gij zult door het zwaard vallen; in de landpale Israels zal Ik u richten, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben. |
Ezechiel 11:11 | Deze [stad] zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve [niet] tot vlees zijn; in de landpale Israels zal Ik u richten. |
Ezechiel 16:38 | Daartoe zal Ik u [naar] de rechten der overspeelsters en der bloedvergietsters richten; en Ik zal u overgeven aan het bloed der grimmigheid en des ijvers. |
Ezechiel 17:20 | En Ik zal Mijn net over hem uitspreiden, dat hij gegrepen zal worden in Mijn jachtgaren; en Ik zal daar met hem rechten [over] zijn overtreding, waardoor hij tegen Mij overtreden heeft. |
Ezechiel 18:30 | Daarom zal Ik u richten, o huis Israels! een ieder naar zijn wegen, spreekt de Heere HEERE, keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden. |
Ezechiel 20:4 | Zoudt gij hun recht geven, zoudt gij hun recht geven, o mensenkind? Maak hun de gruwelen hunner vaderen bekend; |
Ezechiel 20:35 | Daartoe zal Ik u brengen in de woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar rechten, aangezicht aan aangezicht; |
Ezechiel 20:36 | Gelijk als Ik gerecht heb met uw vaderen in de woestijn van Egypteland, alzo zal Ik met u rechten, spreekt de Heere HEERE. |
Ezechiel 21:30 | Keer [uw zwaard] weder in zijn schede! In de plaats, waar gij geschapen zijt, in het land uwer woningen zal Ik u richten. |
Ezechiel 22:2 | Gij nu, mensenkind, zoudt gij der bloedstad recht geven? Zoudt gij ze recht geven? Ja, maak haar bekend al haar gruwelen. |
Ezechiel 23:24 | Die zullen tegen u komen [met] karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van volken, rondassen, en schilden, en helmen; zij zullen zich rondom tegen u zetten; en Ik zal voor hun aangezicht het gericht stellen, en zij zullen u richten naar hun rechten. |
Ezechiel 23:36 | En de HEERE zeide tot mij: Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, vertoon haar haar gruwelen. |
Ezechiel 23:45 | Rechtvaardige mannen dan, die zullen haar richten [naar] het recht der overspeelsters, en [naar] het recht der bloedvergietsters; want zij zijn overspeelsters, en bloed is in haar handen. |
Ezechiel 24:14 | Ik, de HEERE, heb het gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik zal er niet van wijken, en Ik zal niet verschonen noch berouw hebben; naar uw wegen en naar uw handelingen zullen zij u richten, spreekt de Heere HEERE. |