Genesis 1:2 | De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. |
Deuteronomium 32:10 | Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel. |
1 Samuel 12:21 | En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na[volgen], die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden. |
Job 6:18 | De gangen haars wegs wenden zich ter zijde af; zij lopen op in het woeste, en vergaan. |
Job 12:24 | Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is. |
Job 26:7 | Hij breidt het noorden uit over het woeste; Hij hangt de aarde aan een niet. |
Psalm 107:40 | Hij stort verachting uit over de prinsen, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is. |
Jesaja 24:10 | De woeste stad is verbroken, al de huizen staan gesloten, dat er niemand inkomen kan. |
Jesaja 29:21 | Die een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien strikken, die [hen] bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste. |
Jesaja 34:11 | Maar de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want Hij zal een richtsnoer der woestigheid over hen trekken, en een richtlood der ledigheid. |
Jesaja 40:17 | Alle volken zijn als niets voor Hem; en zij worden bij Hem geacht minder dan niet, en ijdelheid. |
Jesaja 40:23 | Die de vorsten te niet maakt; de richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid. |
Jesaja 41:29 | Ziet, zij zijn altemaal ijdelheid, hun werken zijn een nietig ding, hun gegoten beelden zijn wind, en een ijdel ding. |
Jesaja 44:9 | De formeerders van gesneden beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun gewenste dingen doen geen nut; ja, zij zelven zijn hun getuigen; zij zien niet, en zij weten niet, daarom zullen zij beschaamd worden. |
Jesaja 45:18 | Want alzo zegt de HEERE, Die de hemelen geschapen heeft, Die God, Die de aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze niet geschapen, dat zij ledig zijn zou, [maar] heeft ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou: Ik ben de HEERE, en niemand meer. |
Jesaja 45:19 | Ik heb niet in het verborgene gesproken, in een donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid spreekt, Die rechtmatige dingen verkondigt. |
Jesaja 49:4 | Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk en ijdellijk toegebracht; gewisselijk, Mijn recht is bij den HEERE, en Mijn werkloon is bij Mijn God. |
Jesaja 59:4 | Er is niemand, die voor de gerechtigheid roept, en niemand, die voor de waarheid in het gericht zich begeeft; zij vertrouwen op ijdelheid, en spreken leugen; met moeite zijn zij zwanger, en zij baren ongerechtigheid. |
Jeremia 4:23 | Ik zag het land aan, en ziet, het was woest en ledig; ook naar den hemel, en zijn licht was er niet. |