H8588 תַּעֲנוּג
delicate, pleasant, delight

Bijbelteksten

Spreuken 19:10De weelde staat een zot niet wel; hoeveel te min een knecht te heersen over vorsten!
Prediker 2:8Ik vergaderde mij ook zilver en goud, en kleinoden der koningen en der landschappen; ik bestelde mij zangers en zangeressen, en wellustigheden der mensenkinderen, snarenspel, ja, allerlei snarenspel.
Hooglied 7:6Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten!
Micha 1:16Maak u kaal en scheer u, om uw troetelkinderen; verwijd uw kaalheid, als de arend, omdat zij gevankelijk van u zijn weggevoerd.
Micha 2:9De vrouwen Mijns volks verdrijft gij, elkeen uit het huis van haar vermakingen; van haar kinderkens neemt gij Mijn sieraad in eeuwigheid.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech