H8605 תְּפִלָּה
prayer

Bijbelteksten

Psalm 84:9HEERE, God der heirscharen! hoor mijn gebed; neem het ter oren, o God van Jakob! Sela.
Psalm 86:1Een gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig.
Psalm 86:6HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen.
Psalm 88:3Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei.
Psalm 88:14Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond.
Psalm 90:1Een gebed van Mozes, den man Gods. Heere! Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht.
Psalm 102:1Een gebed des verdrukten, als hij overstelpt is, en zijn klacht uitstort voor het aangezicht des HEEREN.
Psalm 102:2O HEERE! hoor mijn gebed, en laat mijn geroep tot U komen.
Psalm 102:18Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed;
Psalm 109:4Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was [steeds in het] gebed.
Psalm 109:7Als hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed zij tot zonde.
Psalm 141:2Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen [als] het avondoffer.
Psalm 141:5De rechtvaardige sla mij, het zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed [voor hen] zijn in hun tegenspoeden.
Psalm 142:1Een onderwijzing van David, een gebed, als hij in de spelonk was.
Psalm 143:1Een psalm van David. O HEERE! hoor mijn gebed, neig de oren tot mijn smekingen; verhoor mij naar Uw waarheid, naar Uw gerechtigheid.
Spreuken 15:8Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.
Spreuken 15:29De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.
Spreuken 28:9Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.
Jesaja 1:15En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; [want] uw handen zijn vol bloed.
Jesaja 37:4Misschien zal de HEERE, uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen, en te schelden met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft; hef dan een gebed op voor het overblijfsel, dat gevonden wordt.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken