Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Agabos, m van Hebreeuwse oorsprong, cf. חגב H02285;
Agabus = "sprinkhaan" 1) een christelijk profeet
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
Ἄγαβος, -ου, ὁ Agabus: Ac 11:28, 21:10.†