Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
κλῆρος, -ου, ὁ, [in LXX chiefly for נַחֲלָה H5159, גּוֹרָל H1486;] a lot (a) that which is cast or drawn: Mt 27:35, Mk 15:24, Lk 23:34, Jo 19:24(LXX), Ac 1:26; (b) that which is obtained by casting: Ac 1:17 8:21; of a part in the Kingdom of God (cf. Wi 5:5), Ac 26:18, Col 1:12; pl. of the "cure" of a presbyter, I Pe 5:3 (v. ICC, in l.).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
κλῆροςZie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!