H410_ אֵל
God, god
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

El (God), El Shaddai, God, Godheid, Godsnaam,

Statistieken

Komt 251x voor in 22 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

'El, zn mnl. verkort van איל H00352 (Gr. ἠλί G02241 en Ἐλιούδ G01664); TWOT - 93a


1) god, als een god-, machtige; 1a) helden, mannen van rang, machtige helden (Jes. 9:5; Nebuchadnezar als "machtigste der heidenen", Ezech. 31:11); 1b) engelen (wie is als Gij onder de goden, Ex. 15:11); 1c) ​​god, valse god, "andere goden" (geen andere goden, Deut. 32:12; Er zal onder u geen uitlands god wezen, Ps. 81:10) of voor een "vreemde god" (tot een vreemde god uitgebreid, Ps. 44:21; een vreemde god getrouwd, Mal. 2:11); 1d) God, de enige ware God JHWH (Ps. 18:31, 33, 48; 57:3); 2) machtige dingen in de natuur; 3) kracht, macht;


De naam 'El is een van de oudste Semitische benamingen voor een godheid. In het Phoenicisch en Arabisch 'El, in het Aramees 'Alah,2) in het Akkadisch, ilu(m) en in meervoud ilū, ilānu wordt gebruikt voor elke individuele god en voor heilige wezens in het algemeen (dus ook demonen), maar wordt niet gebruikt als een persoonlijke naam van een god.3) In het Ugaritisch Kanaanitisch, wordt il vaker gebruikt als de persoonlijke naam van de allerhoogste god el dan het meer algemene zelfstandige naamwoord "god" (mv. ilm; vr. ilt). In de Ugaritsche mythologie is El het hoofd van het Kana'anitische pantheon, de aartsvader van de overige goden en godinnen, de schepper van de Aarde en alles wat daarop is; maar verder verdwijnt hij naar de achtergrond en speelt een bijrol in de diverse mythen.4)

De betekenis van de, in de Semitische talen zeer verbreide, stam 'el is verschillend uitgelegd en verklaard. De meest geaccepteerde betekenis is "macht", "sterkte", "held"5), afgeleid van het werkwoord lw', ly' "sterk zijn", "machtig zijn". Bijvoorbeeld in Ez. 31: 11 wordt het gebruikt voor Nebuchadnezar als "machtigste der heidenen" en in Jes. 9 : 5 rwbg l' "machtige held" (in de context van de komende Messias, vaak vertaald met "Sterke God") en in een zelfde betekenis Ez. 32: 21 myrwbg yl', "De machtigste der helden"
Het woord El geeft dus macht en authoriteit weer en in dit verband zegt John P. Lange: "Power, greatness, vastness, height, according as they are represented by the conceptions of the day, carried to the fullest extent allowed by the knowledge of the day; this is the ideal of El and Elohim, as seen in the etymological congruity of the epithets joined to those in Genesis." 6)
Hieruit blijkt dat de oorspronkelijke betekenis niet alleen macht of sterkte was, maar geeft ook aan dat het "controle over iets" hebben betekent, of zoals Walther Eichrodt verwoord: "It is worth noting that whichever of these meanings we adopt stresses the distance between God and man. In this they are in basic conformity with the basic characteristic of the Semitic concept of God, namely, that what is of primary importance is not the feeling of kinship with the deity, but fear and trembling in the face of his overwhelming majesty. Another point which it is necessary to remark is that they do not identify the Godhead with any natural object, but describe it as the power which stands behind Nature, or the overruling will manisfested in it." 7)

Uit bovenstaande bleek dat de naam 'El niet uniek is en wordt in de Bijbel dan ook zelden gebruikt als persoonlijke naam, in tegenstelling met JHWH, als de persoonlijke naam van God. Een van de uitzonderingen is 'El-'Elohei-Yisrael, "De God Israels is God!" (Gen 33: 20; cf. Ps 146: 5 "de Heere, zijn God"). Bijna altijd wordt 'El gebruikt als een soortnaam, net zoals 'elohim. Bijvoorbeeld ha-'el "de [ware] God" (Ps. 18: 31, 33, 48; 57: 3) Zoals hierboven reeds gesteld wordt 'El ook gebruikt als aanduiding voor "andere goden" (Deut. 32: 12 geen andere goden; Ps. 81: 10 Er zal onder u geen uitlands god wezen) of voor een "vreemde god" (Ps. 44: 21 tot een vreemde god uitgebreid; Mal. 2: 11 een vreemde god getrouwd). Ook komen we (zij het in de meervoudsvorm 'elim) in de Bijbel tegen als een "hemels wezen". (Ex. 15: 11 wie is als Gij onder de goden)

Voetnoten

  1. Jürgen Wahlbrink in "Die Bedeutung des Namens in der Bibel", in Beroä-aktuell jrg. 1998/5 p.13.
  2. Souvay, C.L., "The Catholic Encyclopedia, Volume X", Robert Appleton Company, 1991. (Online Edition Copyright © 1999 by Kevin Knight)
  3. J. Heise, H.A.I. Stadhouders, "Spijkerschrift voor beginners, Deel II Vocabularium", 1998, p. 81; Encyclopaedia Judaica, Vol. 7 p. 674-675.
  4. Encyclopaedia Judaica, Vol. 7 p. 675.
  5. Gesenius, Dr. H.W.F., "Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament" , Baker Book House, Grand Rapids Michigan, 1991, vertaling Gesenius "Lexicon Manuale Hebraicum et Chaldaicum in Veteris Testamenti Libros" , p. 45.;
  6. H.B. Kuhn, "Pictorial Encyclopedia of the Bible" , Zondervan Corporation, Grand Rapids (Michigan), 1975, Vol. 2, p . 761; John P. Lange, "Commentary on the Holy Scriptures" , I, p 109n.
  7. H.B. Kuhn, "Pictorial Encyclopedia of the Bible" , Zondervan Corporation, Grand Rapids (Michigan), 1975, Vol. 2, p . 761; W. Eichrodt, "Theology of the OT" , p. 179.


Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H410 אֵל ʼêl; shortened from 352; strength; as adjective, mighty; especially the Almighty (but used also of any deity) — God (god), × goodly, × great, idol, might(-y one), power, strong. Compare names in '-el.'

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks ἠλί G2241 "Eli"; Hebreeuws אֲבִיאֵל H22 "Abiel"; Hebreeuws אַדְבְּאֵל H110 "Adbeel"; Hebreeuws אוּאֵל H177 "Uel"; Hebreeuws אוּרִיאֵל H222 "Uriel"; Hebreeuws אַיִל H352 "muurvlakken, ram, ramsvellen"; Hebreeuws אִיתִיאֵל H384 "o God, Itiel, ik tobde mij af, Ithiel"; Hebreeuws אֵל אֱלֹהֵי יִשְׂרָאֵל H415 "de God Israels [is] God , de God van Israel is God"; Hebreeuws אֵל בֵּית־אֵל H416 "El-betel , El Beth-el"; Hebreeuws אֶלְגָּבִישׁ H417 "hagelstenen"; Hebreeuws אֶלְדָּד H419 "Eldad"; Hebreeuws אֶלְדָּעָה H420 "Eldaa"; Hebreeuws אֱלוֹהַּ H433 "god(en), god, goden, God"; Hebreeuws אֶלְזָבָד H443 "Elzabad"; Hebreeuws אֶלְחָנָן H445 "Elhanan , Elchanan"; Hebreeuws אֱלִיאָב H446 "Eliab,"; Hebreeuws אֱלִיאֵל H447 "Eliel"; Hebreeuws אֱלִיאָתָה H448 "Eliatha , Eliata"; Hebreeuws אֶלְיָדָע H450 "Eljada"; Hebreeuws אֵלִיָּה H452 "Elia"; Hebreeuws אֱלִיהוּ H453 "Elihu"; Hebreeuws אֶלְיַחְבָּא H455 "Eljachba"; Hebreeuws אֱלִיחֹרֶף H456 "Elihoref , Elichoref"; Hebreeuws אֱלִימֶלֶךְ H458 "Elimelech, Elimelek"; Hebreeuws אֶלְיָסָף H460 "Eljasaf"; Hebreeuws אֱלִיעֶזֶר H461 "Eliezer"; Hebreeuws אֱלִיעָם H463 "Eliam"; Hebreeuws אֱלִיפַז H464 "Elifaz"; Hebreeuws אֱלִיפָל H465 "Elifal"; Hebreeuws אֱלִיפְלֵהוּ H466 "Elifelehu, Elifele"; Hebreeuws אֱלִיפֶלֶט H467 "Elifeleth, Elpalet (, Elifelet , Elpelet"; Hebreeuws אֱלִיצוּר H468 "Elizur, Elisur"; Hebreeuws אֱלִיצָפָן H469 "Elsafan, Elisafan, Elzafan, Elizafan, Elisafan, Elisafanieten"; Hebreeuws אֱלִיקָא H470 "Elika"; Hebreeuws אֶלְיָקִים H471 "Eljakim"; Hebreeuws אֱלִישֶׁבַע H472 "Eliseba"; Hebreeuws אֱלִישׁוּעַ H474 "Elisua , Elischua"; Hebreeuws אֶלְיָשִׁיב H475 "Eljasib"; Hebreeuws אֱלִישָׁמָע H476 "Elischama, Elisama"; Hebreeuws אֱלִישָׁפָט H478 "Elisafat"; Hebreeuws אֶלְנַעַם H493 "Elnaam"; Hebreeuws אֶלְנָתָן H494 "Elnatan , Elnathan"; Hebreeuws אֶלְעָד H496 "Elas , Elad"; Hebreeuws אֶלְעָדָה H497 "Elada"; Hebreeuws אֶלְעוּזַי H498 "Eluzai"; Hebreeuws אֶלְעָזָר H499 "Eleazar"; Hebreeuws אֶלְעָלֵא H500 "Elale"; Hebreeuws אֶלְעָשָׂה H501 "Elasa"; Hebreeuws אֶלְפַּעַל H508 "Elpaal"; Hebreeuws אֶלְקָנָה H511 "Elkana"; Hebreeuws אֶלְתּוֹלַד H513 "Eltolad , Eltholad"; Hebreeuws אֶלְתְּקֹן H515 "Eltekon"; Hebreeuws אֲרִיאֵל H739 "sterke leeuwen, grote helden"; Hebreeuws אֲשַׂרְאֵל H840 "Asarel , Asareel"; Hebreeuws בְּאֵר אֵלִים H879 "Beer-elim"; Hebreeuws בֵּית־אֵל H1008 "Beth-el"; Hebreeuws בֵּית אַרְבֵּאל H1009 "Beth-arbel"; Hebreeuws בְּצַלְאֵל H1212 "Besaleel, Bezaleel"; Hebreeuws בָּרַכְאֵל H1292 "Baracheel, Barakel"; Hebreeuws בְּתוּאֵל H1328 "Betuel , Bethuel"; Hebreeuws גְּאוּאֵל H1345 "Guel , Geuel"; Hebreeuws גַּבְרִיאֵל H1403 "Gabriel"; Hebreeuws גַּדִּיאֵל H1427 "Gaddiel"; Hebreeuws גַּמְלִיאֵל H1583 "Gamliel , Gamaliel"; Hebreeuws דָנִיֵּאל H1840 "Daniel"; Hebreeuws דְּעוּאֵל H1845 "Reuel , Dehuel"; Hebreeuws הַרְאֵל H2025 "vuurhaard, Harel"; Hebreeuws חֲזָאֵל H2371 "Hazael"; Hebreeuws חֲזִיאֵל H2381 "Haziel , Chaziel"; Hebreeuws חִיאֵל H2419 "Hiel , Chiel"; Hebreeuws חַמּוּאֵל H2536 "Hamuel"; Hebreeuws חַנִּיאֵל H2592 "Hanniel , Channiel"; Hebreeuws חֲנַנְאֵל H2606 "Hananeel"; Hebreeuws טָבְאֵל H2870 "Tabeel, Tabeal"; Hebreeuws יַבְנְאֵל H2995 "Jabneel"; Hebreeuws יְדִיעֲאֵל H3043 "Jediael"; Hebreeuws יְהַלֶּלְאֵל H3094 "Jehalelel, Jehaleel"; Hebreeuws יוֹאֵל H3100 "Joel"; Hebreeuws יְזַוְאֵל H3149 "Jeziel"; Hebreeuws יִזְרְעֵאל H3157 "Jizreel (afst. v. Etam), Jizreel (zn v. Hosea), Jizreel (stad in Issakar), Jizreel (stad in de Negeb"; Hebreeuws יַחְדִּיאֵל H3164 "Jahdiel"; Hebreeuws יַחֲזִיאֵל H3166 "Jahaziel"; Hebreeuws יְחֶזְקֵאל H3168 "Ezechiel (zn. v. Buzi)"; Hebreeuws יְחִיאֵל H3171 "Jechiel,Jehiel"; Hebreeuws יַחְלְאֵל H3177 "Jahleel,Jachleel"; Hebreeuws יַחְצְאֵל H3183 "Jahzeel, Jachseel"; Hebreeuws יַחְצִיאֵל H3185 "Jahziel, Jachasiel"; Hebreeuws יְמוּאֵל H3223 "Jemuel"; Hebreeuws יְעוּאֵל H3262 "Jeuel"; Hebreeuws יַעֲזִיאֵל H3268 "Jaaziel"; Hebreeuws יְעִיאֵל H3273 "Jeiel, Jeiel , Jehiel"; Hebreeuws יַעֲשִׂיאֵל H3300 "Jaaziel, Jaasiel"; Hebreeuws יִפְתַּח־אֵל H3317 "Jiftha-el, Jiftah-el , Jiftach-el"; Hebreeuws יְקַבְצְאֵל H3343 "Jekabzeel, Jekabseel"; Hebreeuws יְקוּתִיאֵל H3354 "Jekutiel , Jekuthiel"; Hebreeuws יׇקְתְאֵל H3371 "Jokteel"; Hebreeuws יְרוּאֵל H3385 "Jeruel"; Hebreeuws יְרַחְמְאֵל H3396 "Jerahmeël , Jerachmeel"; Hebreeuws יְרִיאֵל H3400 "Jeriel"; Hebreeuws יִרְפְּאֵל H3416 "Jirpeel"; Hebreeuws יְשִׁימָאֵל H3450 "Jesimiel, Jesimeel"; Hebreeuws יִשְׁמָעֵאל H3458 "Jismael, Ismael , Ismael"; Hebreeuws יִשְׂרָאֵל H3478 "Israël, Jakob"; Hebreeuws יְשַׂרְאֵלָה H3480 "Jesarela"; Hebreeuws יַתְנִיאֵל H3496 "Jatniel , Jathniel"; Hebreeuws לָאֵל H3815 "Lael"; Hebreeuws לְמוּאֵל H3927 "Lemuel"; Hebreeuws מַגְדִּיאֵל H4025 "Magdiel"; Hebreeuws מִגְדַּל־אֵל H4027 "Migdal-El"; Hebreeuws מְהֵיטַבְאֵל H4105 "Mehetabel, Mehetabeel"; Hebreeuws מַהֲלַלְאֵל H4111 "Mahalaleel, Mahalal-el"; Hebreeuws מְחוּיָאֵל H4232 "Mehujael"; Hebreeuws מִיכָאֵל H4317 "Michael"; Hebreeuws מִישָׁאֵל H4332 "Mishael"; Hebreeuws מַלְכִּיאֵל H4439 "Malchiel"; Hebreeuws מְשֵׁיזַבְאֵל H4898 "Meshezabeel"; Hebreeuws מְתוּשָׁאֵל H4967 "Methusael"; Hebreeuws נַחֲלִיאֵל H5160 "Nahaliel"; Hebreeuws נְעִיאֵל H5272 "Neiel"; Hebreeuws נְתַנְאֵל H5417 "Nethaneel"; Hebreeuws עַבְדְּאֵל H5655 "Abdeel"; Hebreeuws עַבְדִיאֵל H5661 "Abdiel"; Hebreeuws עֲדִיאֵל H5717 "Adiel"; Hebreeuws עַדְרִיאֵל H5741 "Adriel"; Hebreeuws עֲזִיאֵל H5815 "Aziel"; Hebreeuws עֻזִּיאֵל H5816 "Uzziel"; Hebreeuws עֲזַרְאֵל H5832 "Azarael, Azareel"; Hebreeuws עַזְרִיאֵל H5837 "Azriel"; Hebreeuws עַמִּיאֵל H5988 "Ammiel"; Hebreeuws עִמָּנוּאֵל H6005 "Immanuel"; Hebreeuws עֲשָׂהאֵל H6214 "Asahel"; Hebreeuws עֲשִׂיאֵל H6221 "Asiel"; Hebreeuws עׇתְנִיאֵל H6274 "Othniel"; Hebreeuws פַּגְעִיאֵל H6295 "Pagiel"; Hebreeuws פְּדַהְאֵל H6300 "Pedahel"; Hebreeuws פּוּטִיאֵל H6317 "Putiel"; Hebreeuws פַּלְטִיאֵל H6409 "Paltiel, Phaltiel"; Hebreeuws פְּנוּאֵל H6439 "Pniel, Peniel, Penuel"; Hebreeuws פְּתוּאֵל H6602 "Pethuel"; Hebreeuws צוּרִיאֵל H6700 "Zuriel"; Hebreeuws קַבְצְאֵל H6909 "Kabzeel"; Hebreeuws קַדְמִיאֵל H6934 "Kadmiel"; Hebreeuws קְמוּאֵל H7055 "Kemuel"; Hebreeuws רְעוּאֵל H7467 "Raguel, Reuel"; Hebreeuws רְפָאֵל H7501 "Rephael"; Hebreeuws שְׁאַלְתִּיאֵל H7597 "Shealtiel, Salathiel"; Hebreeuws שְׁבוּאֵל H7619 "Shubael, Shebuel"; Hebreeuws שְׁלֻמִיאֵל H8017 "Shelumiel"; Hebreeuws שְׁמוּאֵל H8050 "Shemuel, Samuel";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Hadderech