Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
rǝkūllâ; zn. vrl.; TWOT 2165a; van רָכַל H7402 met suffix ◌ָה (E. Klein, p. 618), in de zin van handel van rondtrekkende kooplieden of marskramers (cf. מִסְחַ֖ר הָרֹכְלִ֑יםx1 Kon. 10:15; E. Italie, p. 291).
1) koopwaar, handelswaar, goederen (Ezech. 26:12 †); 2) handel, koopwaar (Ezech. 28:5, 16, 18 †);
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!