H7451_ רַע
kwaad, slecht, boosaardig, schadelijk, gevaarlijk, lelijk, vuil, ondeugend, verdrietig, treurig, mis
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Kwaad, boze,

Statistieken

Komt 671x voor in 36 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

רָעָה 310 n.f. evil, misery, distress, injury 1 evil, misery, distress 2 evil, injury, wrong 3 ethical evil

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H7451 רַע raʻ; from 7489; bad or (as noun) evil (natural or moral) — adversity, affliction, bad, calamity, displease(-ure), distress, evil((-favouredness), man, thing), exceedingly, × great, grief(-vous), harm, heavy, hurt(-ful), ill (favoured), mark, mischief(-vous), misery, naught(-ty), noisome, not please, sad(-ly), sore, sorrow, trouble, vex, wicked(-ly, -ness, one), worse(-st), wretchedness, wrong. (Incl. feminine raaah; as adjective or noun.).

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אֲחִירַע H299 "Achira, Ahira"; Hebreeuws בְּרִיעָה H1283 "Beria , Berija, Beria"; Hebreeuws רָעַע H7489 "kwaad, slecht, verdrietig, ontevreden zijn";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs