Genesis 36:37 | En Samla stierf, en Saul van Rehoboth, aan de rivier, regeerde in zijn plaats. |
Genesis 36:38 | En Saul stierf, en Baal-hanan, de zoon van Achbor, regeerde in zijn plaats. |
Genesis 46:10 | En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische vrouw. |
Exodus 6:14 | En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon. |
Numeri 26:13 | Van Zerah het geslacht der Zerahieten; van Saul het geslacht der Saulieten. |
1 Kronieken 1:48 | En Samla stierf, en Saul, van Rehoboth aan de rivier, regeerde in zijn plaats. |
1 Kronieken 1:49 | En Saul stierf, en Baal-hanan, de zoon van Achbor, regeerde in zijn plaats. |
1 Kronieken 4:24 | De kinderen van Simeon waren Nemuel en Jamin, Jarib, Zerah, Saul. |
1 Kronieken 5:10 | En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde van Gilead. |
1 Kronieken 6:24 | Zijn zoon Tahath; zijn zoon Uriel; zijn zoon Uzzia, en zijn zoon Saul. |