Ada (vr. v. Lamech)

Bijbelteksten

Genesis 4:19En Lamech nam zich twee vrouwen; de naam van de eerste was Ada, en de naam van de andere Zilla.
Genesis 4:20En Ada baarde Jabal; deze is geweest een vader dergenen, die tenten bewoonden, en vee [hadden].
Genesis 4:23En Lamech zeide tot zijn vrouwen Ada en Zilla: Hoort mijn stem, gij vrouwen van Lamech! neemt ter ore mijn rede! Voorwaar, ik sloeg wel een man dood, om mijn wonde, en een jongeling, om mijn buile!

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel