Numeri 29:6 | Behalve het brandoffer der maand, en zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen, naar hun wijze, ten liefelijken reuk, ten vuuroffer den HEERE. |
Numeri 29:6 | Behalve het brandoffer der maand, en zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen, naar hun wijze, ten liefelijken reuk, ten vuuroffer den HEERE. |
Numeri 29:6 | Behalve het brandoffer der maand, en zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen, naar hun wijze, ten liefelijken reuk, ten vuuroffer den HEERE. |
Numeri 29:13 | En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn; |
Numeri 29:36 | En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, [ten] liefelijken reuk den HEERE; een var, een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren; |
Deuteronomium 18:1 | De Levietische priesteren, de ganse stam van Levi, zullen geen deel noch erve hebben met Israël; de vuuroffers des HEEREN en zijn erfdeel zullen zij eten. |
Jozua 13:14 | Alleenlijk gaf hij den stam Levi geen erfenis. De vuurofferen Gods, des HEEREN van Israel, zijn zijne erfenis, gelijk als Hij tot hem gesproken had. |
1 Samuel 2:28 | En Ik heb hem uit alle stammen van Israël Mij ten priester verkoren, om te offeren op Mijn altaar, om het reukwerk aan te steken, om den efod voor Mijn aangezicht te dragen; en heb aan het huis uws vaders gegeven al de vuurofferen van de kinderen Israëls. |