Doop

Bijbelteksten

Handelingen 9:18En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.
Handelingen 10:47Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij?
Handelingen 10:48En hij beval, dat zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij hem, dat hij enige dagen bij [hen] wilde blijven.
Handelingen 16:15En als zij gedoopt was, en haar huis, bad [zij ons], zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en blijft er. En zij dwong ons.
Handelingen 16:31En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
Handelingen 16:33En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies [hen] van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen.
Handelingen 16:34En hij bracht hen in zijn huis, en zette [hun] de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was.
Handelingen 18:8En Crispus, de overste der synagoge, geloofde aan den Heere met geheel zijn huis; en velen van de Korinthiers, [hem] horende, geloofden, en werden gedoopt.
Handelingen 19:3En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In den doop van Johannes.
Handelingen 19:4Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.
Handelingen 19:5En die [hem] hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus.
Handelingen 22:16En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, aanroepende den Naam des Heeren.
Romeinen 2:28Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is;
Romeinen 2:29Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet [in de] letter, [is de besnijdenis;] wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.
Romeinen 6:1Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde?
Romeinen 6:3Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn?
Romeinen 6:4Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.
1 Corinthiers 1:15Opdat niet iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb.
1 Corinthiers 1:16Doch ik heb ook het huisgezin van Stefanus gedoopt; voorts weet ik niet, of ik iemand anders gedoopt heb.
1 Corinthiers 1:17Want Christus heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde.

Hadderech