Lukas 19:47 | En Hij leerde dagelijks in den tempel; en de overpriesters, en de Schriftgeleerden, en de oversten des volks zochten Hem te doden. |
Lukas 20:1 | En het geschiedde in een van die dagen, als Hij in den tempel het volk leerde, en het Evangelie verkondigde, dat de overpriesters, en Schriftgeleerden, met de ouderlingen daarover kwamen, |
Lukas 22:2 | En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk. |
Lukas 22:4 | En hij ging heen en sprak met de overpriesters en de hoofdmannen, hoe hij Hem hun zou overleveren. |
Lukas 22:50 | En een uit hen sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw [hem] zijn rechteroor af. |
Lukas 22:52 | En Jezus zeide tot de overpriesters, en de hoofdmannen des tempels, en ouderlingen, die tegen Hem gekomen waren: Zijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken als tegen een moordenaar? |
Lukas 22:54 | En zij grepen Hem en leidden [Hem weg], en brachten Hem in het huis des hogepriesters. En Petrus volgde van verre. |
Lukas 22:66 | En als het dag geworden was, vergaderden de ouderlingen des volks, en de overpriesters en Schriftgeleerden, en brachten Hem in hun raad, |
Lukas 23:4 | En Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind geen schuld in dezen Mens. |
Lukas 23:10 | En de overpriesters en de Schriftgeleerden stonden, en beschuldigden Hem heftiglijk. |
Lukas 23:13 | En als Pilatus de overpriesters, en de oversten, en het volk bijeengeroepen had, zeide hij tot hen: |
Lukas 24:20 | En hoe onze overpriesters en oversten Denzelven overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, en Hem gekruisigd hebben. |
Johannes 1:19 | En dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden [enige] priesters en Levieten afzonden van Jeruzalem, opdat zij hem zouden vragen: Wie zijt gij? |
Johannes 7:32 | De Farizeen hoorden, dat de schare dit van Hem murmelde; en de Farizeen en de overpriesters zonden dienaren, opdat zij Hem grijpen zouden. |
Handelingen 4:1 | En terwijl zij tot het volk spraken, kwamen daarover tot hen de priesters, en de hoofdman des tempels, en de Sadduceen; |
Handelingen 6:7 | En het woord Gods wies, en het getal der discipelen vermenigvuldigde te Jeruzalem zeer; en een grote schare der priesteren werd den gelove gehoorzaam. |
Handelingen 14:13 | En de priester van Jupiter, die voor hun stad was, als hij ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht had, wilde hij offeren met de scharen. |
Hebreeen 5:6 | Gelijk Hij ook in een andere [plaats] zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. |
Hebreeen 7:1 | Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester des Allerhoogsten Gods, die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende; |
Hebreeen 7:3 | Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch beginsel der dagen, noch einde des levens hebbende; maar den Zoon van God gelijk geworden zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid. |