Henoch (zn. v. Jered)

Bijbelteksten

Genesis 5:18En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.
Genesis 5:19En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 5:21En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.
Genesis 5:22En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 5:23Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren.
Genesis 5:24Henoch dan wandelde met God; en hij was niet [meer]; want God nam hem weg.
1 Kronieken 1:3Henoch, Methusalah, Lamech,
Lukas 3:37Den [zoon] van Mathusala, den [zoon] van Enoch, den [zoon] van Jared, den [zoon] van Malaleel, den [zoon] van Kainan,
Hebreeen 11:5Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde.
Judas 1:14En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen;

BoekenBoeken