2 Timotheus 1:14 | Bewaar het goede pand, dat [u] toebetrouwd is, door den Heiligen Geest, Die in ons woont. |
Titus 3:5 | Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; |
Hebreeen 2:4 | God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil. |
Hebreeen 3:7 | Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, |
Hebreeen 6:4 | Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn, |
Hebreeen 9:8 | [Waarmede] de Heilige Geest dit beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog stand had; |
Hebreeen 10:15 | En de Heilige Geest getuigt het ons ook. |
1 Petrus 1:12 | Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door den Heilige Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien. |
2 Petrus 1:21 | Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van den Heilige Geest gedreven zijnde, hebben [ze] gesproken. |
1 Johannes 5:7 | Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Een. |
Judas 1:20 | Maar geliefden, bouwt gij uzelven op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest; |