Talent

Bijbelteksten

2 Kronieken 8:18En Huram zond hem, door de hand zijner knechten, schepen, mitsgaders knechten, kenners van de zee; en zij gingen met Salomo's knechten naar Ofir, en zij haalden van daar vierhonderd en vijftig talenten gouds, dewelke zij brachten tot den koning Salomo.
2 Kronieken 9:9En zij gaf den koning honderd en twintig talenten gouds, en specerijen in grote menigte, en kostelijk gesteente; en er was gelijk deze specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, geen geweest.
2 Kronieken 9:13Het gewicht nu van het goud, dat voor Salomo op een jaar inkwam, was zeshonderd zes en zestig talenten gouds;
2 Kronieken 25:6Daartoe huurde hij uit Israel honderd duizend kloeke helden, voor honderd talenten zilvers.
2 Kronieken 25:9En Amazia zeide tot den man Gods: Maar wat zal men doen met de honderd talenten, die ik aan de benden van Israel gegeven heb? En de man Gods zeide: De HEERE heeft meer dan dit, om u te geven.
2 Kronieken 27:5Hij krijgde ook tegen den koning der kinderen Ammons, en had de overhand over hen, zodat de kinderen Ammons in datzelfde jaar hem gaven honderd talenten zilvers, en tien duizend kor tarwe, en tien duizend gerst; dit brachten hem de kinderen Ammons wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.
2 Kronieken 36:3Want de koning van Egypte zette hem af te Jeruzalem; en hij legde het land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent gouds.
Ezra 8:26Ik woog dan aan hun hand zeshonderd en vijftig talenten zilvers, en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud, honderd talenten;
Nehemia 3:22En na hem verbeterden de priesteren, wonende in de vlakke velden.
Nehemia 12:28Alzo werden de kinderen der zangers verzameld, zo uit het vlakke veld rondom Jeruzalem, als uit de dorpen van de Netofathieten;
Esther 3:9Indien het den koning goeddunkt, laat er geschreven worden, dat men hen verdoe; zo zal ik tien duizend talenten zilvers opwegen in de handen dergenen, die het werk doen, om in des konings schatten te brengen.
Spreuken 6:26Want door een vrouw, [die] een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel.
Jeremia 37:21Toen gaf de koning Zedekia bevel; en zij bestelden Jeremia in het voorhof der bewaring, en men gaf hem des daags een bol broods uit de Bakkerstraat, totdat al het brood van de stad op was. Alzo bleef Jeremia in het voorhof der bewaring.
Zacharia 5:7En ziet, een plaat van lood werd opgeheven, en er was een vrouw, zittende in het midden der efa.
Mattheus 18:24Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien duizend talenten.
Mattheus 25:15En den ene gaf hij vijf talenten, en den anderen twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn vermogen, en verreisde terstond.
Mattheus 25:16Die nu de vijf talenten ontvangen had, ging heen, en handelde daarmede, en won andere vijf talenten.
Mattheus 25:20En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heere! vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.
Mattheus 25:24Maar die het ene talent ontvangen had, kwam ook en zeide: Heere! ik kende u, dat gij een hard mens zijt, maaiende, waar gij niet gezaaid hebt, en vergaderende van daar, [waar] gij niet gestrooid hebt.
Openbaring 16:21En een grote hagel, [elk] als een talent[pond] zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot.

Livius Onderwijs