Leviticus 3:1 | En indien zijn offer een dankoffer is; zo hij ze van de runderen offert, hetzij mannetje of wijfje, volkomen zal hij die offeren, voor het aangezicht des HEEREN. |
Leviticus 7:29 | Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Wie zijn dankoffer den HEERE offert, zal zijn offerande van zijn dankoffer den HEERE toebrengen. |
1 Samuel 13:9 | Toen zeide Saul: Brengt tot mij herwaarts een brandoffer, en dankofferen; en hij offerde brandoffer. |
Spreuken 7:14 | Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald; |