Johannes 9:22 | Dit zeiden zijn ouders, omdat zij de Joden vreesden; want de Joden hadden alrede te zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden. |
Johannes 12:42 | Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. |
Johannes 16:2 | Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen. |
Johannes 18:20 | Jezus antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot de wereld; Ik heb allen tijd geleerd in de synagoge en in den tempel, waar de Joden van alle plaatsen samenkomen; en in het verborgen heb Ik niets gesproken. |
Handelingen 6:9 | En er stonden op sommigen, die waren van de synagoge, genaamd der Libertijnen, en der Cyreneers, en der Alexandrijnen, en dergenen, die van Cilicie en Azie waren, en twistten met Stefanus. |
Handelingen 9:2 | En begeerde brieven van hem naar Damaskus, aan de synagogen, opdat, zo hij enigen, die van dien weg waren, vond, hij [dezelve], beiden mannen en vrouwen, zou gebonden brengen naar Jeruzalem. |
Handelingen 9:20 | En hij predikte terstond Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is. |
Handelingen 13:5 | En gekomen zijnde te Salamis, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar. |
Handelingen 13:14 | En zij, van Perge [het land] doorgaande, kwamen te Antiochie, [een stad] in Pisidie; en gegaan zijnde in de synagoge op den dag des sabbats, zaten zij neder. |
Handelingen 13:15 | En na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende: Mannen broeders, indien er [enig] woord van vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt. |
Handelingen 13:42 | En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden. |
Handelingen 13:43 | En als de synagoge gescheiden was, volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven bij de genade Gods. |
Handelingen 14:1 | En het geschiedde te Ikonium, dat zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzo spraken, dat een grote menigte, beiden van Joden en Grieken, geloofde. |
Handelingen 15:21 | Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen. |
Handelingen 17:1 | En door Amfipolis en Apollonia [hun] weg genomen hebbende, kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. |
Handelingen 17:10 | En de broeders zonden terstond des nachts Paulus en Silas weg naar Berea; welke, daar gekomen zijnde, gingen heen naar de synagoge der Joden; |
Handelingen 17:17 | Hij handelde dan in de synagoge met de Joden, en met degenen, die godsdienstig waren, en op de markt alle dagen met degenen, die [hem] voorkwamen. |
Handelingen 18:4 | En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog [tot het geloof] Joden en Grieken. |
Handelingen 18:7 | En vandaar gegaan zijnde, kwam hij in het huis van een [man], met name Justus, die God diende, wiens huis paalde aan de synagoge. |
Handelingen 18:8 | En Crispus, de overste der synagoge, geloofde aan den Heere met geheel zijn huis; en velen van de Korinthiers, [hem] horende, geloofden, en werden gedoopt. |