Genesis 49:21 | Nafthali is een losgelaten hinde; hij geeft schone woorden. |
Deuteronomium 12:15 | Doch naar allen lust uwer ziel zult gij slachten en vlees eten, naar den zegen des HEEREN, uws Gods, dien Hij u geeft, in al uw poorten; de onreine en de reine zal daarvan eten, als van een ree, en als van een hert. |
Deuteronomium 12:22 | Doch gelijk als een ree en een hert gegeten wordt, alzo zult gij dat eten; de onreine en de reine zullen het te zamen eten. |
Deuteronomium 14:5 | Een hert, en een ree, en een buffel, en een steenbok, en een das, en een wilde os, en een gems. |
Deuteronomium 15:22 | In uw poorten zult gij het eten; de onreine en de reine te zamen, als een ree, en als een hert, |
2 Samuel 22:34 | Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en stelt mij op mijn hoogten. |
1 Koningen 4:23 | Tien vette runderen, en twintig weiderunderen, en honderd schapen; uitgenomen de herten, en reeen, en buffelen, en gemeste vogelen. |
Job 39:4 | Weet gij den tijd van het baren der steengeiten? Hebt gij waargenomen den arbeid der hinden? |
Psalm 18:34 | Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. |
Psalm 22:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. |
Psalm 29:9 | De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt [Hem] een iegelijk eer. |
Psalm 42:2 | Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! |
Spreuken 5:19 | Een zeer liefelijke hinde, en een aangenaam steengeitje; laat u haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar liefde. |
Hooglied 2:7 | Ik bezweer u, gij, dochteren van Jeruzalem! [die] bij de reeen, of bij de hinden des velds zijt, dat gij die liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [dezelve] luste! |
Hooglied 2:9 | Mijn Liefste is gelijk een ree, of een welp der herten; ziet, Hij staat achter onzen muur, kijkende uit de vensteren, blinkende uit de tralien. |
Hooglied 2:17 | Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden; keer om, mijn Liefste! wordt Gij gelijk een ree, of een welp der herten, op de bergen van Bether. |
Hooglied 3:5 | Ik bezweer u, gij dochteren van Jeruzalem! die bij de reeen of bij de hinden des velds zijt, dat gij de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het [haar] luste! |
Hooglied 8:14 | Kom haastelijk, mijn Liefste! en wees Gij gelijk een ree, of gelijk een welp der herten op de bergen der specerijen. |
Jesaja 35:6 | Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken in de wildernis. |
Jeremia 14:5 | Want ook de hinden in het veld werpen jongen, en verlaten [die], omdat er geen jong gras is. |