Exodus 34:6 | Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. |
Numeri 14:18 | De HEERE is lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, die [denschuldige] geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en in het vierde [lid]. |
Nehemia 9:17 | En zij hebben geweigerd te horen, en niet gedacht aan Uw wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard, en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld, om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig, en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten. |
Psalm 86:15 | Maar Gij, Heere! zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig, en groot van goedertierenheid en waarheid. |
Psalm 103:8 | Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. |
Psalm 145:8 | [Cheth.] Genadig en barmhartig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. |
Spreuken 14:29 | De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid. |
Spreuken 15:18 | Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen. |
Spreuken 16:32 | De lankmoedige is beter dan de sterke; en die heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt. |
Spreuken 25:15 | Een overste wordt door lankmoedigheid overreed; en een zachte tong breekt het gebeente. |
Prediker 7:8 | Het einde van een ding is beter dan zijn begin; de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige. |
Jeremia 15:15 | O HEERE! Gij weet [het], gedenk mijner, en bezoek mij, en wreek mij van mijn vervolgers; neem mij niet weg in Uw lankmoedigheid [over hen]; weet, dat ik om Uwentwil versmaadheid drage. |
Joel 2:13 | En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. |
Jona 4:2 | En hij bad tot den HEERE, en zeide: Och HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad. |
Nahum 1:3 | De HEERE is lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt [den schuldige] geenszins onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, en in storm, en de wolken zijn het stof Zijner voeten. |
Mattheus 18:26 | De dienstknecht dan, nedervallende, aanbad hem, zeggende: Heer! wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. |
Mattheus 18:29 | Zijn mededienstknecht dan, nedervallende aan zijn voeten, bad hem, zeggende: Wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. |
Lukas 18:7 | Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? |
Handelingen 26:3 | Allermeest, dewijl ik weet, dat gij kennis hebt van alle gewoonten en vragen, die onder de Joden zijn. Daarom bid ik u, dat gij mij lankmoediglijk hoort. |
Romeinen 2:4 | Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? |