Dal van Refaïm

Bijbelteksten

Jozua 15:8En deze landpale zal opgaan door het dal van den zoon van Hinnom, aan de zijde van den Jebusiet van het zuiden, dezelve is Jeruzalem; en deze landpale zal opwaarts gaan tot de spits van den berg, die voor aan het dal van Hinnom is, westwaarts, hetwelk in het uiterste van het dal der Refaieten is, tegen het noorden.
2 Samuel 5:18En de Filistijnen kwamen en verspreidden zich in het dal Refaim.
2 Samuel 5:22Daarna togen de Filistijnen weder op; en zij verspreidden zich in het dal Refaim.
1 Kronieken 11:15En drie uit de dertig hoofden togen af naar den rotssteen tot David in de spelonk van Adullam; en het leger der Filistijnen had zich gelegerd in het dal Refaim.
1 Kronieken 14:9Toen de Filistijnen kwamen, zo spreidden zij zich uit in de laagte van Refaim.
Jesaja 17:5Want hij zal zijn, gelijk [wanneer] een maaier het staande koren verzamelt, en zijn arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk [wanneer] iemand aren leest in het dal Refraim.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel