Psalm 49:4 | Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, en de overdenking mijns harten zal vol verstand zijn. |
Psalm 51:8 | Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. |
Psalm 104:24 | Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen. |
Psalm 107:27 | Zij dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden. |
Psalm 111:10 | [Resch.] De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; [Schin.] allen, die ze doen, hebben goed verstand; [Thau.] Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid. |
Spreuken 1:2 | Om wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands; |
Spreuken 1:7 | De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht. |
Spreuken 1:20 | De opperste Wijsheid roept overluid daar buiten; Zij verheft Haar stem op de straten. |
Spreuken 2:2 | Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; [zo] gij uw hart tot verstandigheid neigt; |
Spreuken 2:6 | Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond [komt] kennis en verstand. |
Spreuken 2:10 | Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal liefelijk zijn; |
Spreuken 3:13 | Welgelukzalig is de mens, [die] wijsheid vindt, en de mens, [die] verstandigheid voortbrengt! |
Spreuken 3:19 | De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid. |
Spreuken 3:21 | Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid. |
Spreuken 4:5 | Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds. |
Spreuken 4:7 | De wijsheid is het voornaamste; verkrijg [dan] wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting. |
Spreuken 4:11 | Ik onderwijs u in den weg der wijsheid; ik doe u treden in de rechte sporen. |
Spreuken 5:1 | Mijn zoon! merk op mijn wijsheid, neig uw oor tot mijn verstand; |
Spreuken 7:4 | Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend; |
Spreuken 8:1 | Roept de Wijsheid niet, en verheft [niet] de Verstandigheid Haar stem? |