Genesis 2:10 | En een rivier was voortgaande uit Eden, om dezen hof te bewateren; en werd van daar verdeeld, en werd tot vier hoofden. |
Genesis 2:11 | De naam der eerste [rivier] is Pison; deze is het, die het ganse land van Havila omloopt, waar het goud is. |
Genesis 2:13 | En de naam der tweede rivier is Gihon; deze is het, die het ganse land Cusch omloopt. |
Genesis 2:14 | En de naam der derde rivier is Hiddekel; deze is gaande naar het oosten van Assur. En de vierde rivier is Frath. |
Job 14:11 | De wateren verlopen uit een meer, en een rivier droogt uit en verdort; |
Job 40:18 | Zie, hij doet de rivier geweld aan, [en] verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken. |
Psalm 74:15 | Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. |
Psalm 80:12 | Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier. |
Psalm 89:26 | En Ik zal zijn hand in de zee zetten, en zijn rechterhand in de rivieren. |
Psalm 93:3 | De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting. |
Psalm 98:8 | Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven, |
Psalm 107:33 | Hij stelt de rivieren tot een woestijn, en watertochten tot een dorstig [land]. |
Psalm 119:136 | Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden. |
Jesaja 43:2 | Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. |
Nahum 3:8 | Zijt gij beter dan No, de volkrijke, gelegen in de rivieren? die rondom henen water heeft, welker voormuur de zee is, haar muur is van zee. |
Habakuk 3:8 | Was de HEERE ontstoken tegen de rivieren? Was Uw toorn tegen de rivieren, was Uw verbolgenheid tegen de zee, toen Gij op Uw paarden reedt? Uw wagens waren heil. |
Habakuk 3:9 | De naakte grond werd ontbloot [door] Uw boog, [om] de eden, aan de stammen gedaan [door] het woord. Sela. Gij hebt de rivieren der aarde gekloofd. |
Handelingen 16:13 | En op den dag des sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden; en nedergezeten zijnde, spraken wij tot de vrouwen, die samengekomen waren. |
Openbaring 12:15 | En de slang wierp uit haar mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren. |
Openbaring 12:16 | En de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak uit zijn mond had geworpen. |