Wereldgeesten
στοιχεῖον G4747 "element, beginsel, principe",

Zie ook: Astrologie,

In het Grieks staat voor wereldgeesten "Stoicheia tou Kosmou", letterlijk betekent dit, de fysische elementen van de tastbare wereld. In moderne vertalingen (o.a. GNB, RSV, NEB) gebruikt men vaak natuurkrachten, elemental spirits, stergoden. Dat het een astrologische betekenis is blijkt wel uit het vervolg van Paulus in vs. 10: "Dagen, maanden, vaste tijden en jaren neemt gij waar". De meeste commentaren geven er dan ook verwijzend naar vs.10 de betekenis aan als sterren, de tekens van de Zodiak of de astrologische elementen: aarde, lucht, vuur en water.

Bekend zijn ook de kalendaria welke in die tijden werden gemaakt, vele zijn er gevonden bij de Dode Zeerollen, nodig voor de tempeldiensten en joodse feestdagen, alle gebaseerd overigens op een maankalender. Daarnaast, als men andere rollen doorleest, ziet men een verweving met de astrologie. Een goed voorbeeld is de Dode-Zeerol 4Q138, ook wel genoemd Brontologion. Hier wordt de beweging van de maan ten opzichte van de sterren vastgelegd, met af en toe opmerkingen tussen door in de stijl van: "Als het dondert op een dag dat de maan in Tweelingen staat, [dan komt er] angst en ellende, veroorzaakt door vreemdelingen. (tussen [ ] door de schrijver toegevoegd!) Al in het Oude Testament lezen we dat de Joden en hun buurvolken de Zon, Maan en sterren vereerden. Deze cultus is later onder enige koningen zelfs in Jeruzalem binnengedrongen. En de toenmalige profeten werden niet moe, hier tegen te keer te gaan (Jes. 47:13-14; Jer. 8:1-2; Sef. 1:4-5). Bij bestudering van deze cultus blijkt dat de Joden deze steraanbidding van de Assyriërs en Babyloniërs hadden overgenomen en dat men observaties maakte die ten dienste stonden van een bijgelovige verering van een aantal goede en slechte geesten, die met bepaalde sterren c.q. planeten of sterrenbeelden in verbinding stonden. Nu omvatte deze verering behalve van de zon en maan ook uit Venus en andere planeten. In Amos 5 vers 26 worden twee van deze stergoden bij name genoemd: Sikkoth, uw koning, en Kewan, uw stergod en betiteld als leugengoden (Am.2:4) welke reeds door hun vaderen werden nagelopen. Onder Kewan wordt dan geïdentificeerd met de stergod/planeet Saturnus, terwijl onder Sikkoth of ook Saturnus wordt bedoeld of wat waarschijnlijker is een tent (zie de vergelijking met de tabernakel!) waar de beelden van de afgoden werden neergezet en waar vaak ook vrouwen zich ter prostitutie aanboden ter ere van de desbetreffende afgod (zie 2 Kon 17 vers 30: Sikkoth-Benoth = tent van de dochters). De Grieken vereerden deze "stoicheia tou kosmou" ook en schreven er de volgende planetaire krachten aan toe: de zon voorilluminatie, de Maan voor de onweerstaanbare verleidster, Mars voor kracht (de oorlogsgod), Mercurius voor wijsheid, Jupiter voor recht, Venus voor liefde en Saturnus voor vrede. De Maan, de Babylonische Molatta, of koningin van de hemel, wordt in Jeremia (44:17-19) aangehaald als waarschuwing voor de Joden. In 1 Kon. 11:5 en 33 wordt Ashtoreth, de koningin der sterren, vermoedelijk het sterrenbeeld Virgo als afgod aangehaald. Het is bekend dat in de tijd van na Christus geboorte deze observaties nog in gebruik waren in de scholen van Jabne en Tiberias. In de derde eeuw werd in de scholen van Nahardea en Sura de astronomie van Rabbi Samuel en Rabbi Adda verbreid, deze waren echter niet meer in het bezit van de precieze elementen, betreffende de beweging van de Zon en Maan, maar kenden wel de Metonische Cyclus van de Grieken. Uit bovenstaande bespreking blijkt dat de verering van de wereldgeesten, door de eeuwen heen is beoefend, niet alleen door de heidenen maar ook door de Joden en Christenen. Het is dan ook droevig dat hetgeen Paulus 1900 jaar geleden constateerde, ook heden nog actueel is. Wij mogen dan ook niet toegeven aan zijn klacht "Ik vrees, dat ik mij wellicht tevergeefs voor u ingespannen heb." (Gal. 4:11), maar moeten blijven beseffen "dat wij niet hebben ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap...Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn", "mede-erfgenamen van Christus" (Rom. 8:15-17).


Aangemaakt 30 juni 2006


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!