Struisvogel
יָעֵן H3283 "struisvogel, struis", יַעֲנָה H3284 "struisvogel, struis, struisen", נוֹצָה H5133 "ostrich, feathers", רֶנֶן H7443 "giller, struisvogel",

יענה "struisvogel" (Struthio camelus syriacus); נוצה "veren, vr. Struisvogel"

In de Bijbel wordt een aantal keren de struisvogel genoemd, wat opvalt is dat het dier bijna altijd in een negatieve context wordt genoemd. Hij leefde in een gebied wat ruig en wild was. Een gebied waar ook de "draak", in nieuwere vertalingen vaak vertaald met "jakhals", huisde, de betekenis van dit laatste dier is onzeker en sommigen willen het vertalen met "krokodil".

Struisvogeleieren

In Job 39:17 wordt gesproken over de Struisvogel die haar eieren in de aarde laat, en in het stof die verwarmt. In werkelijkheid graaft het mannetje een grote kuil waar zijn vrouwtjes (dit kunnen er twee tot zeven zijn, maximaal achttien) ongeveer 10-15 witte eieren in het nest leggen, zodat in totaal in zo'n nest vaak veertig of meer eieren liggen (het record is 78). Overdag zit het alfavrouwtje te broeden en het mannetje neemt vaak de nachtdienst. De lager geplaatste vrouwtjes broeden niet. De eieren worden uitgebroed gedurende 40 tot 45 dagen

Zie verder → eieren.

Inhoud



Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!