Rhodos
Ῥόδος G4499 "Rhodos, Rhodus, Rhodes",

Zie ook: Eiland, Plaatsen,

Plaats op het gelijknamige eiland

Inhoud

Bijbel

Wordt alleen genoemd in Handelingen 21:1 als een van de plaatsen die Paulus een nacht aandeed.


Geschiedenis

De eerste sporen van bewoning op dit eiland stammen uit het Neolithicum.

In ongeveer 1600 v.C.vestigden de Minoers zich op Rhodos

Volgens Homerus nam het eiland deel aan de Trojaanse oorlogen onder leiding van Tlepolemus (Homerus, Ilias, 2.7653-654).

Aan de monding van de haven stond de Colossus van Rodos welke algemeen wordt beschouwd als één van de zeven klassieke wereldwonderen. De Colossus was een 32 meter hoge gegoten bronzen beeld van de zonnegod Helios en schepen konden hieronder door de haven binnen varen. Het werd door een zekere Chares van Lindos gebouwd tussen 305 en 292 v.C. en houdt verband met een grote overwinning van Rhodos (305-304 v.C., volgens andere bronnen 294-282 v.C.) op Demetrius Poliorcetes ("Demetrius de stedendwinger"), één van de opvolgers van Alexander de Grote die aanspraak maakte op de Macedonische troon.

Het is niet zeker in welk jaar de Colossus vernield werd door de aardbeving, maar het moet gebeurd zijn tussen 227 v.C. en 224 v.C. De brokstukken van het beeld hebben vervolgens nog negen eeuwen bij de haven gelegen, tot de Arabieren het eiland in 654 n.C. veroverden en volgens een legende de brokstukken wegvoerden naar Aleppo (Syrië).

Romeinse tijd

In de 2de eeuw voor Christus steunt Rhodos Rome in de strijd tegen de Macedoniërs. Het eiland maakt deel uit van de provincie Asia. In deze periode was Rhodos toonaangevend op gebied van de beeldhouwkunst, wetenschap en welsprekendheid. Beroemde ballingen als Cicero, Julius Caesar en Pompeius brachten er een tijd door.

Nadat het Romeinse rijk opgesplitst werd viel de Dodekanesos in Byzantijnse handen. In deze Byzantijnse tijd (330-1204) had Rhodos te maken met invallen van Vandalen, Goten, Slaven en Arabieren. Meerdere malen werd het eiland geplunderd.

Kruistochten

De ridders van Sint-Jan (Johannieters) hadden zich na de val van Jeruzalem teruggetrokken op Rhodos (1306) en er een versterkte burcht van gemaakt met stadswallen, poorten en torens. De ridders verbleven er van 1310 tot 1527, wanneer zij door de Turkse sultan Suleiman de Grote overwonnen en verdreven werden. Vanaf dat moment bleef het onder Turkse bezetting, waarbij de eilandbewoners meerdere malen in opstand kwamen tegen het Turkse gezag.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!