Hatikvah (Hebreeuws הַתִּקְוָה 'de hoop'), is het officiële volkslied van de staat Israël.
De dichter Naphtali Herz Imber schreef het gedicht in 1867/1877 (The Knesset, Hatikva; MFA, Facts about Israel: The State). In 1905 veranderde de schoolleraar I.L. Metman Hacohen de eerste coupletten in wat nu het huidige lied is (The Times of Israël, 16 april 2013). Anderen stellen dat Rav Kook het couplet veranderde (Arutz Sheva7, The origins of Hatikva).
In 1888 componeerde Samuel Cohen de huidige melodie. Hiervoor maakte hij gebruik van het door de Roemeense Bedrich Smetana gecomponeerde lied "Moldau" (StateOfIsrael.com, HaTikvah), welke de melodie weer had afgeleid van een Italiaanse compositie uit de 17de eeuw van Gasparo Zanetti genaamd "La Mantovana" (The Times of Israël, 16 april 2013). Mogelijk dat deze de melodie heeft overgenomen van nog oudere liederen.
De melodie was dusdanig populair dat onder religieuze zionisten het vaak werd gebruikt voor Psalm 126 en dit zongen na hun maaltijden (Arutz Sheva7, The origins of Hatikva; The Jewish Agency, Hatikvah - A Hadracha Guide; Our Jerusalem, The History of ‘Hatikva’: Israel’s National Anthem). Zie hier voor een muzikale weergave. Uiteindelijk werd niet gekozen voor de tekst van Psalm 126, maar die van I.L. Metman Hacohen voor het officiële volkslied.
Het werd gezongen in perioden van vreugde en vervolging:
Zie hier voor een muzikale weergave van de nu officiële versie.
1 | כֹּל עוֹד בַּלֵּבָב פְּנִימָה | Kol od balevav p'nimah | Zolang in het hart |
נֶפֶשׁ יְהוּדִי הוֹמִיָּה, | Nefesh Yehudi homiyah | De joodse ziel nog leeft | |
וּלְפַאֲתֵי מִזְרָח קָדִימָה | Ulfa'atey mizrach kadimah | Zal het oog van verlangen niet rusten | |
עַיִן לְצִיּוֹן צוֹפִיָּה; | Ayin l'tzion tzofiyah | Om oostwaarts naar Sion uit te zien | |
2 | עוֹד לֹא אָבְדָה תִּקְוָתֵנוּ, | Od lo avdah tikvatenu | Nog is onze hoop niet vervlogen. |
הַתִּקְוָה בַּת שְׁנוֹת אַלְפַּיִם | Hatikvah bat shnot alpayim | De hoop van eeuwenlang [of van 2000 jaar] | |
לִהְיוֹת עַם חָפְשִׁי בְּאַרְצֵנוּ, | L'hiyot am chofshi b'artzenu | Om als een vrij volk in ons land te leven, | |
אֶרֶץ צִיּוֹן וִירוּשָׁלַיִם. | Eretz Tzion v'Yerushalayim | Het land van Sion en Jeruzalem. |
De tekst van Psalm 126, zie hier voor een muzikale weergave.
Nb. de Godsnaam wordt uitgesproken als Adonai!
1 | שִׁ֗יר הַֽמַּ֫עֲלֹ֥ות בְּשׁ֣וּב יְ֭הוָה אֶת־שִׁיבַ֣ת צִיֹּ֑ון הָ֝יִ֗ינוּ כְּחֹלְמִֽים׃ | šîr hamma‘ălwōṯ bəšûḇ JHWH ’eṯ-šîḇaṯ ṣîywōn hāyînû kəḥōləmîm: |
Een pelgrimslied. Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren, waren wij als mensen die droomden. |
2 | אָ֤ז יִמָּלֵ֪א שְׂחֹ֡וק פִּינוּ֮ וּלְשֹׁונֵ֪נוּ רִ֫נָּ֥ה אָ֭ז יֹאמְר֣וּ בַגֹּויִ֑ם הִגְדִּ֥יל יְ֝הוָ֗ה לַעֲשֹׂ֥ות עִם־אֵֽלֶּה׃ |
’āz yimmālē’ śəḥwōq pînû |
Toen werd onze mond vervuld met lachen en onze tong met gejuich. Toen zei men onder de heidenvolken: De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan! |
3 | הִגְדִּ֣יל יְ֭הוָה לַעֲשֹׂ֥ות עִמָּ֗נוּ הָיִ֥ינוּ שְׂמֵחִֽים׃ | hiḡədîl JHWH la‘ăśwōṯ ‘immānû hāyînû śəmēḥîm: | De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan, daarom zijn wij verblijd. |
4 | שׁוּבָ֣ה יְ֭הוָה אֶת־שְׁבִיתֵ֑נוּ כַּאֲפִיקִ֥ים בַּנֶּֽגֶב׃ | šûḇâ JHWH ’eṯ-šəḇîṯēnû ka’ăfîqîm banneḡeḇ: |
HEERE, breng een omkeer in onze gevangenschap, zoals waterstromen in het zuiden. |
5 | הַזֹּרְעִ֥ים בְּדִמְעָ֗ה בְּרִנָּ֥ה יִקְצֹֽרוּ׃ | hazzōrə‘îm bəḏimə‘â bərinnâ yiqəṣōrû: |
Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. |
6 | הָ֘לֹ֤וךְ יֵלֵ֨ךְ ׀ וּבָכֹה֮ נֹשֵׂ֪א מֶֽשֶׁךְ־הַ֫זָּ֥רַע בֹּֽא־יָבֹ֥וא בְרִנָּ֑ה נֹ֝שֵׂ֗א אֲלֻמֹּתָֽיו׃ | hālwōḵə yēlēḵə ûḇāḵōh nōśē’ mešeḵə-hazzāra‘ bō’-yāḇwō’ ḇərinnâ nōśē’ ’ălummōṯāyw: |
Wie het zaad draagt en dat zaait, gaat al wenend zijn weg; maar hij zal zeker terugkomen met gejuich, en zijn schoven dragen. |
Jan Wit (1914-1980) is de auteur van 'Door de wereld gaat een woord'. Dit lied werd gezongen op de melodie van het Israëlische volkslied en was met name populair in de jaren 60-70 van de 20ste eeuw. Deze tekst is echter totaal niet gebaseerd op de oorspronkelijke tekst:
1 Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
’Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs.’
Refrein:
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist’ren naar uw stem.
Breng ons saam’ met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
2 Door de wereld gaat een stoet
die de ban brak van het bloed.
Die bij wat op aarde leeft
nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein
3 Menigeen ging zelf op pad
daar hij thuis geen vrede had.
Eeuwig heimwee spoort hem aan
laat ook hem uw woord verstaan. Refrein
4 Door de wereld klinkt een lied
tegen angsten en verdriet,
tegen onrecht, tegen dwang
richten pelgrims hun gezang. Refrein
5 Velen, die de moed begaf
blijven staan, of dwalen af.
Hunk’rend naar hun oude land.
Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein
6 Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
’Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs.’
Aangemaakt 31 mei 2018