F.A. Schaeffer , Hoe zouden wij dan leven?, , [1977], 20, Terwijl de Romeinse economie steeds meer achteruitging, belast door een grote inflatie en een geldverslindend regeringsapparaat, werd de overheid steeds meer autoritair om de apathie tegen te gaan. Omdat er niet langer vrijwillig gewerkt werd, werd het werk steeds meer onder het gezag van de staat gebracht, waarbij allerlei vrijheden verloren gingen. Er werden bijvoorbeeld wetten gemaakt die kleine boeren aan hun land bonden. Wegens de algemene apathie en de gevolgen ervan, en wegens de onderdrukkende controle, vonden maar weinigen het de moeite waard te proberen de oude cultuur te redden.
Rome viel niet door uiterlijke krachten, zoals invasies door de barbaren. Rome had innerlijk geen sterke basis; de barbaren voltooiden slechts het afbraakproces -- en Rome werd geleidelijk aan een ruïne.