Jona Lendering, "Tollenaars" op Mainzer Beobachter (24 juli 2022)
Angus McBride , Het leven van Christus, hard, [1980], 51, Jezus' woorden en daden waren in eerste instantie niet bestemd voor de orthodoxen in de leer en de mensen van hoog sociaal aanzien, maar voor degenen die aan de rand van de toenmalige maatschappij leefden - het gewone volk dat 'blij naar hem luisterde' - ja zelfs voor de outcasts, zoals tollenaars en zondaars.
De tollenaars waren Joden die met de Romeinen collaboreerden door hen te assisteren bij de heffing van de indirecte belastingen. Dat was een lucratieve bezigheid. De tollenaars zaten naat hun woningen die op in het oog vallende plaatsen stonden (markten, kruispunten, stadspoorten enz.) en inden daar grote bedragen, waarvan zij slechts een bepaald gedeelte aan de overheid hoefden af te dragen. Wat overbleef staken zij in hun eigen zak. Uiteraard werden de tollenaars gehaat: collaboratie stond gelijk aan afvalligheid en de belastingen beschoude men als een van de meest grievende bezettingsmaatregelen.