G281 ἀμήν
stevig, echt, inderdaad, amen

Bijbelteksten

Mattheus 21:21Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen den vijgeboom [is geschied]; maar indien gij ook tot deze berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden.
Mattheus 21:31Wie van deze twee heeft den wil des vaders gedaan? Zij zeiden tot Hem: De eerste. Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk Gods.
Mattheus 23:36Voorwaar zeg Ik u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.
Mattheus 24:2En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet [een] steen op den [anderen] steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
Mattheus 24:34Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn.
Mattheus 24:47Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over al zijn goederen.
Mattheus 25:12En hij, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet.
Mattheus 25:40En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij [dit] een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij [dat] Mij gedaan.
Mattheus 25:45Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij [dit] een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan.
Mattheus 26:13Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, [daar] zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft.
Mattheus 26:21En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden.
Mattheus 26:34Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden nacht, eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen.
Mattheus 28:20En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
Markus 3:28Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen der mensen zullen vergeven worden, en allerlei lasteringen, waarmede zij zullen gelasterd hebben;
Markus 6:11En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad.
Markus 8:12En Hij, zwaarlijk zuchtende in Zijn geest, zeide: Wat begeert dit geslacht een teken? Voorwaar, Ik zeg u: Zo aan dit geslacht een teken gegeven zal worden!
Markus 9:1En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van degenen, die hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is.
Markus 9:41Want zo wie ulieden een beker water zal te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij [discipelen] van Christus zijt, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.
Markus 10:15Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.
Markus 10:29En Jezus, antwoordende, zeide: Voorwaar zeg Ik ulieden: Er is niemand, die verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijnentwil en des Evangelies [wil],

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel