G281 ἀμήν
stevig, echt, inderdaad, amen
1 Timotheus 6:21 | Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen. |
2 Timotheus 4:18 | En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
2 Timotheus 4:22 | De Heere Jezus Christus zij met uw geest. De genade zij met ulieden. Amen. |
Titus 3:15 | Die met mij zijn, groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben in het geloof. De genade zij met u allen. Amen. |
Filemon 1:25 | De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen. |
Hebreeen 13:21 | Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Hebreeen 13:25 | De genade zij met u allen. Amen. |
1 Petrus 4:11 | Indien iemand spreekt, [die spreke] als de woorden Gods; indien iemand dient, [die diene] als uit kracht, die God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. |
1 Petrus 5:11 | Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. |
1 Petrus 5:14 | Groet elkander met een kus der liefde. Vrede zij u allen, die in Christus Jezus zijt. Amen. |
2 Petrus 3:18 | Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid. Amen. |
1 Johannes 5:21 | Kinderkens, bewaart uzelven van de afgoden. Amen. |
2 Johannes 1:13 | U groeten de kinderen van uw zuster, de uitverkorene. Amen. |
Judas 1:25 | Den alleen wijzen God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen. |
Openbaring 1:6 | En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem [zeg ik] zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. |
Openbaring 1:7 | Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen. |
Openbaring 1:18 | En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. |
Openbaring 3:14 | En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: |
Openbaring 5:13 | En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. |
Openbaring 5:14 | En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen [neder], en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid. |