G337 ἀναιρέω
optillen, oprapen, wegnemen, afschaffen

Bijbelteksten

Mattheus 2:16Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en [enigen] afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen [waren], van twee jaren [oud] en daaronder, naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had.
Lukas 22:2En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk.
Lukas 23:32En er werden ook twee anderen, zijnde kwaaddoeners, geleid, om met Hem gedood te worden.
Handelingen 2:23Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het [kruis] gehecht en gedood;
Handelingen 5:33Als zij nu [dit] hoorden, barstte hun [het hart], en zij hielden raad, om hen te doden.
Handelingen 5:36Want voor deze dagen stond Theudas op, zeggende, dat hij wat was, dien een getal van omtrent vierhonderd mannen aanhing; welke is omgebracht, en allen, die hem gehoor gaven, zijn verstrooid en tot niet geworden.
Handelingen 7:21En als hij weggeworpen was, nam hem de dochter van Farao op, en voedde hem voor zichzelve op tot een zoon.
Handelingen 7:28Wilt gij mij [ook] ombrengen, gelijkerwijs gij gisteren den Egyptenaar omgebracht hebt?
Handelingen 9:23En als vele dagen verlopen waren, zo hielden de Joden te zamen raad, om hem te doden.
Handelingen 9:24Maar hun lage werd Saulus bekend; en zij bewaarden de poorten, beide des daags en des nachts, opdat zij hem doden mochten.
Handelingen 9:29En vrijmoediglijk sprekende in den Naam van den Heere Jezus, sprak hij ook, en handelde tegen de Griekse [Joden]; maar deze trachtten hem te doden.
Handelingen 10:39En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, [Hem] hangende aan het hout.
Handelingen 12:2En hij doodde Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard.
Handelingen 13:28En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij van Pilatus begeerd, dat Hij zou gedood worden.
Handelingen 16:27En de stokbewaarder, wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht hebben, menende, dat de gevangenen ontvloden waren.
Handelingen 22:20En toen het bloed van Stefanus, Uw getuige, vergoten werd, [dat] ik daar ook bij stond, en mede een welbehagen had in zijn dood, en de klederen bewaarde dergenen, die hem doodden.
Handelingen 23:15Gij dan nu, laat den overste weten met den raad, dat hij hem morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere kennis zoudt nemen van zijn zaken; en wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij [u] komt.
Handelingen 23:21Doch geloof hen niet; want meer dan veertig mannen uit hen leggen hem lagen, welke zichzelven met een vervloeking verbonden hebben noch te eten noch te drinken, totdat zij hem zullen omgebracht hebben; en zij zijn nu gereed, verwachtende de toezegging van u.
Handelingen 23:27Alzo deze man van de Joden gegrepen was, en van hen omgebracht zou geworden zijn, ben ik daarover gekomen met het krijgsvolk, en heb hem [hun] ontnomen, bericht zijnde, dat hij een Romein is.
Handelingen 25:3Begerende gunst tegen hem, opdat hij hem zou doen komen te Jeruzalem; [en] leggende een lage, om hem op den weg om te brengen.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech