G626 ἀπολογέομαι
verdedigen (zich)

Bijbelteksten

Lukas 12:11En wanneer zij u heenbrengen zullen in de synagogen, en [tot] de overheden en de machten, zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij tot verantwoording zeggen, of wat gij spreken zult;
Lukas 21:14Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet te overdenken, [hoe] gij u verantwoorden zult;
Handelingen 19:33En zij deden Alexander uit de schare voortkomen, alzo hem de Joden voortstieten. En Alexander gewenkt hebbende met de hand, wilde bij het volk verantwoording doen.
Handelingen 24:10Maar Paulus, als hem de stadhouder gewenkt had, dat hij zou spreken, antwoordde: Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk rechter zijt geweest, zo verantwoord ik mijzelven met [des] te beteren moed.
Handelingen 25:8Dewijl hij, antwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.
Handelingen 26:1En Agrippa zeide tot Paulus: Het is u geoorloofd voor uzelven te spreken. Toen strekte Paulus de hand uit, en verantwoordde zich [aldus]:
Handelingen 26:2Ik acht mijzelven gelukkig, o koning Agrippa, dat ik mij heden voor u zal verantwoorden van alles, waarover ik van de Joden beschuldigd word;
Handelingen 26:24En als hij deze dingen tot verantwoording sprak, zeide Festus met grote stem: Gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij!
Romeinen 2:15[Als] die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun geweten medegetuigende, en de gedachten onder elkander [hen] beschuldigende, of ook ontschuldigende).
2 Corinthiers 12:19Meent gij wederom, dat wij ons bij u verontschuldigen? Wij spreken in de tegenwoordigheid van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot uw stichting.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin