G1691 ἐμέ
mij, mijzelf

Bijbelteksten

Johannes 6:57Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; [alzo] die Mij eet, dezelve zal leven door Mij.
Johannes 7:7De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn.
Johannes 7:38Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien.
Johannes 8:19Zij dan zeiden tot Hem: Waar is Uw Vader? Jezus antwoordde: Gij kent noch Mij, noch Mijn Vader; indien gij Mij kendet, zo zoudt gij ook Mijn Vader kennen.
Johannes 8:42Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom [van Hem]. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.
Johannes 9:4Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
Johannes 11:25Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
Johannes 11:26En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
Johannes 12:8Want de armen hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd.
Johannes 12:30Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mijnentwil is deze stem geschied, maar om uwentwil.
Johannes 12:44En Jezus riep, en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Dengene, Die Mij gezonden heeft.
Johannes 12:45En die Mij ziet, die ziet Dengene, Die Mij gezonden heeft.
Johannes 12:46Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve.
Johannes 12:48Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.
Johannes 13:18Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke Ik uitverkoren heb; maar [dit geschiedt], opdat de Schrift vervuld worde: Die met Mij het brood eet, heeft tegen Mij zijn verzenen opgeheven.
Johannes 13:20Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo Ik iemand zende, wie [dien] ontvangt, die ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, die ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft.
Johannes 14:1Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij.
Johannes 14:9Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader?
Johannes 14:12Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader.
Johannes 15:18Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech