G1691 ἐμέ
mij, mijzelf

Bijbelteksten

Romeinen 10:20En Jesaja verstout zich, en zegt: Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; Ik ben openbaar geworden dengenen, die naar Mij niet vraagden.
Romeinen 15:3Want ook Christus heeft Zichzelven niet behaagd, maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen.
1 Corinthiers 9:3Mijn verantwoording aan degenen, die onderzoek over mij doen, is deze.
1 Corinthiers 15:10Doch door de genade Gods ben ik, dat ik ben; en Zijn genade, die [aan] mij [bewezen is], is niet ijdel geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade Gods, Die met mij is.
2 Corinthiers 2:5Doch indien iemand bedroefd heeft, die heeft niet mij bedroefd, maar ten dele (opdat ik [hem] niet bezware) ulieden allen.
2 Corinthiers 11:10De waarheid van Christus is in mij, dat deze roem in de gewesten van Achaje aan mij niet zal verhinderd worden.
2 Corinthiers 12:6Want zo ik roemen wil, ik zal niet onwijs zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik houde [daarvan] af, opdat niemand van mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoort.
2 Corinthiers 12:9En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
Efeziers 6:21En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij aangaat; [en] wat ik doe, [dat] alles zal u Tychikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken;
Filippenzen 1:12En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij [is geschied], meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is;
Filippenzen 2:23Ik hoop dan wel dezen van stonden aan te zenden, zo [haast] als ik in mijn zaken zal voorzien hebben;
Filippenzen 2:27En hij is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben.
Colossenzen 4:7Al mijn zaken zal u bekend maken Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe dienaar, en mededienstknecht in de Heere,
2 Timotheus 1:8Schaam u dan niet der getuigenis onzes Heeren, noch mijns, die Zijn gevangene ben; maar lijd verdrukkingen met het Evangelie, naar de kracht Gods;
Filemon 1:17Indien gij mij dan houdt voor een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij.
Openbaring 1:17En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs