G1699 ἐμός
mijn, mij (van)

Bijbelteksten

1 Corinthiers 1:15Opdat niet iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb.
1 Corinthiers 7:40Maar zij is gelukkiger, indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen. En ik meen ook den Geest Gods te hebben.
1 Corinthiers 9:2Zo ik anderen geen apostel ben, nochtans ben ik het ulieden; want het zegel mijns apostelschaps zijt gijlieden in den Heere.
1 Corinthiers 9:3Mijn verantwoording aan degenen, die onderzoek over mij doen, is deze.
1 Corinthiers 11:24En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
1 Corinthiers 11:25Desgelijks [nam] Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij [dien] zult drinken, tot Mijn gedachtenis.
1 Corinthiers 16:18Want zij hebben mijn geest verkwikt, en [ook] den uwen. Erkent dan de zodanigen.
1 Corinthiers 16:21De groetenis met mijn hand van Paulus.
2 Corinthiers 1:23Doch ik aanroepe God tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe niet ben gekomen.
2 Corinthiers 2:3En ditzelfde heb ik u geschreven, opdat ik, [daar] komende, niet zou droefheid hebben van degenen, van welke ik moest verblijd worden; vertrouwende van u allen, dat mijn blijdschap uw aller [blijdschap] is.
2 Corinthiers 8:23Hetzij [dan] Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; hetzij onze broeders, zij zijn afgezanten der Gemeenten, [en] een eer van Christus.
Galaten 1:13Want gij hebt mijn omgang gehoord, die eertijds in het Jodendom was, dat ik uitnemend zeer de Gemeente Gods vervolgde, en dezelve verwoestte;
Galaten 6:11Ziet, hoe groten brief ik u geschreven heb met mijn hand.
Filippenzen 1:26Opdat uw roem in Christus Jezus overvloedig zij aan mij, door mijn tegenwoordigheid wederom bij u.
Filippenzen 3:9En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof;
Colossenzen 4:18De groetenis met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen.
2 Thessalonicensen 3:17De groetenis met mijn hand, van Paulus; hetwelk is een teken in iederen zendbrief; alzo schrijf ik.
2 Timotheus 4:6Want ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande.
Filemon 1:12Doch gij, neem hem, dat is mijn ingewanden, [weder] aan;
Filemon 1:19Ik, Paulus, heb het geschreven met deze mijn hand, ik zal het betalen; opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe schuldig zijt.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken