Romeinen 5:18 | Zo dan, gelijk door een misdaad [de schuld gekomen is] over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid [komt de genade] over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. |
Romeinen 5:21 | Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere. |
Romeinen 6:4 | Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden. |
Romeinen 6:22 | Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven. |
Romeinen 6:23 | Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere. |
Romeinen 7:10 | En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. |
Romeinen 8:2 | Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. |
Romeinen 8:6 | Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede; |
Romeinen 8:10 | En indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid wil. |
Romeinen 8:38 | Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, |
Romeinen 11:15 | Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden? |
1 Corinthiers 3:22 | Hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Cefas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe. |
1 Corinthiers 15:19 | Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. |
2 Corinthiers 2:16 | Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? |
2 Corinthiers 4:10 | Altijd de doding van den Heere Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard worden. |
2 Corinthiers 4:11 | Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus' wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden. |
2 Corinthiers 4:12 | Zo dan, de dood werkt wel in ons, maar het leven in ulieden. |
2 Corinthiers 5:4 | Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde. |
Galaten 6:8 | Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. |
Efeziers 4:18 | Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten; |