1 Corinthiers 9:15 | Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En ik heb dit niet geschreven, opdat het alzo aan mij geschieden zou; want het ware mij beter te sterven, dan dat iemand dezen mijn roem zou ijdel maken. |
1 Corinthiers 10:19 | Wat zeg ik dan? Dat een afgod iets is, of dat het afgodenoffer iets is? |
1 Corinthiers 10:22 | Of tergen wij den Heere? Zijn wij sterker dan Hij? |
1 Corinthiers 11:4 | Een iegelijk man, die bidt of profeteert, hebbende [iets] op het hoofd, die onteert zijn eigen hoofd; |
1 Corinthiers 11:5 | Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof [haar] het haar afgesneden ware. |
1 Corinthiers 11:6 | Want indien een vrouw niet gedekt is, dat zij ook geschoren worde; maar indien het lelijk is voor een vrouw geschoren te zijn, of het haar afgesneden te hebben, dat zij zich dekke. |
1 Corinthiers 11:14 | Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem een oneer is? |
1 Corinthiers 11:22 | Hebt gij dan geen huizen, om er te eten en te drinken? Of veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen, die niet hebben? Wat zal ik u zeggen? Zal ik u prijzen? In dezen prijs ik [u] niet. |
1 Corinthiers 11:27 | Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. |
1 Corinthiers 12:21 | En het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik heb u niet van node; of wederom het hoofd tot de voeten: Ik heb u niet van node. |
1 Corinthiers 13:1 | Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden. |
1 Corinthiers 14:5 | En ik wil [wel], dat gij allen in [vreemde] talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die [vreemde] talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen. |
1 Corinthiers 14:6 | En nu, broeders, indien ik tot u kwam, en sprak [vreemde] talen, wat nuttigheid zou ik u doen, zo ik tot u niet sprak, of in openbaring, of in kennis, of in profetie of in lering? |
1 Corinthiers 14:7 | Zelfs ook de levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, zo zij geen onderscheid met [hun] klank geven, hoe zal bekend worden, hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt? |
1 Corinthiers 14:19 | Maar ik wil [liever] in de Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tien duizend woorden in een [vreemde] taal. |
1 Corinthiers 14:23 | Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in [vreemde] talen spraken, en [enige] ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart? |
1 Corinthiers 14:24 | Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, [en] hij wordt van allen geoordeeld. |
1 Corinthiers 14:27 | En zo iemand een [vreemde] taal spreekt, [dat] het door twee, of ten meeste drie [geschiede], en bij beurte; en dat een het uitlegge. |
1 Corinthiers 14:29 | En dat twee of drie profeten spreken, en dat de anderen oordelen. |
1 Corinthiers 14:36 | Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen? |