Efeziers 3:20 | Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, |
Efeziers 5:3 | Maar hoererij en alle onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt, |
Efeziers 5:4 | Noch oneerbaarheid, noch zot geklap, of gekkernij, welke niet betamen; maar veelmeer dankzegging. |
Efeziers 5:5 | Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. |
Efeziers 5:27 | Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. |
Filippenzen 2:3 | [Doet] geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven. |
Filippenzen 3:12 | Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. |
Colossenzen 2:16 | Dat u dan niemand oordele in spijze of in drank, of in het stuk des feest[dags], of der nieuwe maan, of der sabbatten, |
Colossenzen 3:17 | En al wat gij doet met woorden of met werken, [doet] het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem. |
1 Thessalonicensen 2:19 | Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst? |
2 Thessalonicensen 2:4 | Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of [als] God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. |
1 Timotheus 1:4 | Noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen, welke meer [twist]vragen voortbrengen dan stichting Gods, die in het geloof is. |
1 Timotheus 2:9 | Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid zichzelven versieren, niet in vlechtingen [des haars], of goud, of paarlen, of kostelijke kleding; |
1 Timotheus 5:4 | Maar zo enige weduwe kinderen heeft, of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis godzaligheid oefenen, en den voorouderen wedervergelding te doen; want dat is goed en aangenaam voor God. |
1 Timotheus 5:16 | Zo enig gelovig [man], of gelovige [vrouw] weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen, die waarlijk weduwen zijn, genoegzame hulp doen moge. |
1 Timotheus 5:19 | Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen. |
2 Timotheus 3:4 | Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods; |
Titus 1:6 | Indien iemand onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. |
Titus 3:12 | Als ik Artemas tot u zal zenden, of Tychikus, zo benaarstig u tot mij te komen te Nikopolis; want aldaar heb ik voorgenomen te overwinteren. |
Filemon 1:18 | En indien hij u iets verongelijkt heeft, of schuldig is, reken dat mij toe. |